A

abs()

abs(Waarde1)Þwaarde

abs(Lijst1)Þlijst

abs(Matrix1)Þmatrix

Geeft de absolute waarde van het argument.

Opmerking: zie ook Absolute waarde-template, hier.

Als het argument een complex getal is, dan wordt de modulus van dat getal gegeven.

Opmerking: alle onbepaalde variabelen worden behandeld als reële variabelen.

amortTbl()

amortTbl(NPmt,N,I,PV, [Pmt], [FV], [PpY], [CpY], [PmtAt], [afgerondeWaarde])Þmatrix

Aflossingsfunctie die een matrix als aflossingstabel genereert voor een serie TVM-argumenten.

NPmt is het aantal betalingen dat in de tabel moet worden opgenomen. De tabel begint met de eerste betaling.

N, I, PV, Pmt, FV, PpY, CpY en PmtAt worden beschreven in de tabel met TVM-argumenten, hier.

Als u Pmt weglaat, dan wordt de standaardwaarde Pmt=tvmPmt(N,I,PV,FV,PpY,CpY,PmtAt) gebruikt.
Als u FV weglaat, dan wordt de standaardwaarde FV=0 gebruikt.
De standaardwaarden voor PpY, CpY en PmtAt zijn hetzelfde als voor de TVM-functies.

afgerondeWaarde specificeert het aantal decimalen voor afronding. Standaardwaarde=2.

De kolommen in de resulterende matrix zijn in de volgorde: Aantal betalingen, bedrag betaald aan rente, bedrag betaald aan de hoofdsom (aflossing) en balans.

De balans die getoond wordt in rij n is de balans na betaling n.

U kunt de uitvoermatrix gebruiken als invoer voor de andere aflossingsfuncties GInt() en GPrn(), hier, en bal(), hier.

and

BooleaanseUitdr1 and BooleaanseUitdr2ÞBooleaanse uitdrukking

BooleaanseLijst1 and BooleaanseLijst2ÞBooleaanse lijst

BooleaanseMatrix1 and BooleaanseMatrix2ÞBooleaanse matrix

Geeft waar of onwaar of een vereenvoudigde vorm van de oorspronkelijke invoer.

Geheel getal1 andGeheel getal2Þgeheel getal

Vergelijkt twee reële gehele getallen bit-voor-bit met behulp van een and-bewerking. Intern worden beide gehele getallen geconverteerd naar 64-bits binaire getallen met een teken (positief of negatief). Wanneer overeenkomstige bits vergeleken worden, is het resultaat 1 als beide bits 1 zijn; anders is het resultaat 0. De geretourneerde waarde geeft de bitresultaten, en wordt weergegeven volgens de ingestelde grondtal-modus.

U kunt de gehele getallen invoeren in elk grondtal. Voor een binaire of hexadecimale invoer moet u respectievelijk het prefix 0b of 0h gebruiken. Zonder prefix worden gehele getallen behandeld als decimaal (grondtal 10).

Als u een decimaal geheel getal invoert dat te groot is voor een 64-bits binaire vorm met een teken (positief of negatief), dan wordt er een symmetrische modulo-bewerking gebruikt om de waarde binnen het betreffende bereik te brengen.

In de Hex-grondtalmodus:

Belangrijk: nul, niet de letter O.

 

In de Bin-grondtalmodus:

 

In de Dec-grondtalmodus:

Opmerking: een binaire invoer kan maximaal 64 cijfers hebben (het prefix 0b niet meegeteld). Een hexadecimale invoer kan maximaal 16 cijfers hebben.

angle()

angle(Waarde1)Þwaarde

Geeft de hoek van het argument, waarbij het argument als een complex getal wordt geïnterpreteerd.

In de hoekmodus Graden:

 

In de hoekmodus Decimale graden:

 

In de hoekmodus Radialen:

angle(Lijst1)Þlijst

angle(Matrix1)Þmatrix

Geeft een lijst of matrix met de hoeken van de elementen in Lijst1 of Matrix1, waarbij elk element geïnterpreteerd wordt als een complex getal dat een punt in een rechthoekig twee-dimensionaal assenstelsel voorstelt.

 

ANOVA

ANOVA Lijst1,Lijst2[,Lijst3,...,Lijst20][,Vlag]

Voert een eenwegs-variantieanalyse uit voor het vergelijken van de gemiddelden van twee tot 20 populaties. Een samenvatting van de resultaten wordt opgeslagen in de variabele stat.results (hier).

Vlag=0 voor gegevens, Vlag=1 voor statistieken

 

 

Uitvoervariabele

Beschrijving

stat.F

Waarde van de F-statistiek

stat.PVal

Kleinste significantieniveau waarbij de nulhypothese verworpen kan worden

stat.df

Vrijheidsgraden van de groepen

stat.SS

Som van de kwadraten van de groepen

stat.MS

Gemiddelde van de kwadraten van de groepen

stat.dfError

Vrijheidsgraden van de fouten

stat.SSError

Som van de kwadraten van de fouten

stat.MSError

Gemiddelde kwadraat van de fouten

stat.sp

Gepoolde standaarddeviatie

stat.xbarlist

Gemiddelde van de invoer van de lijsten

stat.CLowerList

95% betrouwbaarheidsintervallen voor het gemiddelde van elke invoerlijst

stat.CUpperList

95% betrouwbaarheidsintervallen voor het gemiddelde van elke invoerlijst

ANOVA2way

ANOVA2way Lijst1,Lijst2[,Lijst3,,Lijst10][,NivRij]

Berekent een tweewegs variantieanalyse voor het vergelijken van de gemiddelden van twee tot 10 populaties. Een samenvatting van de resultaten wordt opgeslagen in de variabele stat.results (hier).

NivRij=0 voor blok

NivRij=2,3,...,Len-1, voor tweeweg, waarbij Len=lengte(Lijst1)=lengte(Lijst2) = … = lengte(Lijst10) en Len / NivRij  Π {2,3,…}

 

 

Uitvoer: Blokopmaak

Uitvoervariabele

Beschrijving

stat.F

F-statistiek van de kolomfactor

stat.PVal

Kleinste significantieniveau waarbij de nulhypothese verworpen kan worden

stat.df

Vrijheidsgraden van de kolomfactor

stat.SS

Som van de kwadraten van de kolomfactor

stat.MS

Gemiddelde van de kwadraten van de kolomfactor

stat.FBlock

F-statistiek voor de factor

stat.PValBlock

Kleinste kans waarbij de nulhypothese verworpen kan worden

stat.dfBlock

Vrijheidsgraden van de factor

stat.SSBlock

Som van de kwadraten van de factor

stat.MSBlock

Gemiddelde van de kwadraten van de factor

stat.dfError

Vrijheidsgraden van de fouten

stat.SSError

Som van de kwadraten van de fouten

stat.MSError

Gemiddelde van de kwadraten van de fouten

stat.s

Standaarddeviatie van de fout

Uitvoer van KOLOMFACTOR

Uitvoervariabele

Beschrijving

stat.Fcol

F-statistiek van de kolomfactor

stat.PValCol

Kanswaarde van de kolomfactor

stat.dfCol

Vrijheidsgraden van de kolomfactor

stat.SSCol

Som van de kwadraten van de kolomfactor

stat.MSCol

Gemiddelde van de kwadraten van de kolomfactor

Uitvoer van RIJFACTOR

Uitvoervariabele

Beschrijving

stat.FRow

F-statistiek van de rijfactor

stat.PValRow

Kanswaarde van de rijfactor

stat.dfRow

Vrijheidsgraden van de rijfactor

stat.SSRow

Som van de kwadraten van de rijfactor

stat.MSRow

Gemiddelde van de kwadraten van de rijfactor

Uitvoer van INTERACTIE

Uitvoervariabele

Beschrijving

stat.FInteract

F-statistiek van de interactie

stat.PValInteract

Kanswaarde van de interactie

stat.dfInteract

Vrijheidsgraden van de interactie

stat.SSInteract

Som van de kwadraten van de interactie

stat.MSInteract

Gemiddelde van de kwadraten van de interactie

Uitvoer van FOUT

Uitvoervariabele

Beschrijving

stat.dfError

Vrijheidsgraden van de fouten

stat.SSError

Som van de kwadraten van de fouten

stat.MSError

Gemiddelde van de kwadraten van de fouten

s

Standaarddeviatie van de fout

Ans

AnsÞwaarde

Geeft het resultaat van de meest recent uitgewerkte uitdrukking.

approx()

approx(Waarde1)Þgetal

Geeft de uitwerking van het argument als een uitdrukking met decimale waarden, indien mogelijk, ongeacht de huidige Automatische of Benaderende modus.

Dit is hetzelfde als het argument invoeren en op /· drukken.

approx(Lijst1)Þlijst

approx(Matrix1)Þmatrix

Geeft een lijst of matrix waarin elk element uitgewerkt is naar een decimale waarde, indien mogelijk.

4approxFraction()

Waarde 4approxFraction([Tol])Þwaarde

Lijst 4approxFraction([Tol])Þlijst

Matrix 4approxFraction([Tol])Þmatrix

Geeft de invoer weer als een breuk, gebruikt een tolerantie van Tol. Als tol wordt weggelaten, wordt er een tolerantie van 5.E-14 gebruikt.

Opmerking: u kunt deze functie vanaf het toetsenbord van de computer invoeren door @>approxFraction(...) in te typen.

approxRational()

approxRational(Waarde[, Tol])Þwaarde

approxRational(Lijst[, tol])Þlijst

approxRational(Matrix[, Tol])Þmatrix

Geeft het argument als een breuk met een tolerantie van tol. Als tol wordt weggelaten, wordt er een tolerantie van 5.E-14 gebruikt.

arccos()

 

 

arccosh()

 

 

arccot()

 

 

arccoth()

 

 

arccsc()

 

 

arccsch()

 

 

arcsec()

 

 

arcsech()

 

 

arcsin()

 

 

arcsinh()

 

 

arctan()

 

 

arctanh()

 

 

augment()

augment(Lijst1, Lijst2)Þlijst

Geeft een nieuwe lijst die bestaat uit Lijst2 aan het eind van Lijst1.

augment(Matrix1, Matrix2)Þmatrix

Geeft een nieuwe matrix die bestaat uit Matrix2 toevoegd aan Matrix1. Wanneer het teken “,” wordt gebruikt, moeten de matrices gelijke rijafmetingen hebben, en wordt Matrix2 toegevoegd aan Matrix1 als nieuwe kolommen. Augment verandert Matrix1 en Matrix2 niet.

avgRC()

avgRC(Uitdr1, Var [=Waarde] [, Stap])Þuitdrukking

avgRC(Uitdr1, Var [=Waarde] [, Lijst1])Þlijst

avgRC(Lijst1, Var [=Waarde] [, Stap])Þlijst

avgRC(Matrix1, Var [=Waarde] [, Stap])Þmatrix

Geeft het differentiequotiënt (gemiddelde veranderingssnelheid).

Uitdr1 kan een door de gebruiker gedefinieerde functienaam zijn (zie Func).

Wanneer Waarde gespecificeerd is, wordt elke eerdere variabeletoekenning of elke huidige “|”-substitutie voor de variabele onderdrukt.

Stap is de stapgrootte. Als Stap wordt weggelaten, is de standaardwaarde 0,001.

Merk op dat de soortgelijke functie centralDiff() het centraal-differentiequotiënt gebruikt.