B
Catalogus > |
||||||||||
bal(NPmt,N,I,PV, [Pmt], [FV], [PpY], [CpY], [PmtAt], [afgerondeWaarde])Þwaarde bal(NPmt,amortTable)Þwaarde Aflossingsfunctie die de geplande balans berekent na een gespecificeerde betaling. N, I, PV, Pmt, FV, PpY, CpY en PmtAt worden beschreven in de tabel met TVM-argumenten, hier. NPmt specificeert het nummer van de betaling waarna u de gegevens berekend wilt hebben. N, I, PV, Pmt, FV, PpY, CpY en PmtAt worden beschreven in de tabel met TVM-argumenten, hier.
afgerondeWaarde specificeert het aantal decimalen voor afronding. Standaardwaarde=2. bal(NPmt,amortTable) berekent de balans na het nummer van de betaling NPmt, op basis van de aflossingstabel amortTable. Het argument amortTable moet een matrix zijn in de vorm die beschreven wordt onder amortTbl(), hier. Opmerking: zie ook GInt() en GPrn(), hier. |
|
Catalogus > |
|
Geheel getal1 4Base2Þgeheel getal Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de computer invoeren door @>Base2 in te typen. Converteert Geheel getal1 naar een binair getal. Binaire of hexadecimale getallen hebben altijd respectievelijk het prefix 0b of 0h. Nul, niet de letter O, gevolgd door b of h. 0b binairGetal 0h hexadecimaalGetal |
|
Een binair getal kan maximaal 64 cijfers hebben. Een hexadecimaal getal kan maximaal 16 cijfers hebben. Zonder prefix wordt Geheel getal1 behandeld als decimaal (grondtal 10). Het resultaat wordt binair weergegeven, ongeacht de Grondtal-modus. Negatieve getallen worden weergegeven in de “twee-complement”-vorm. Bijvoorbeeld, N1 wordt weergegeven als 0hFFFFFFFFFFFFFFFF in de hexadecimale modus 0b111...111 (64 enen) in de binaire modus N263 wordt weergegeven als 0h8000000000000000 in de hexadecimale modus 0b100...000 (63 nullen) in de binaire modus Als u een decimaal geheel getal invoert dat buiten het bereik van een 64-bits binaire vorm met een teken (positief of negatief) valt, dan wordt er een symmetrische modulo-bewerking gebruikt om de waarde binnen het betreffende bereik te brengen. In de volgende voorbeelden vallen de waarden buiten het bereik. 263 wordt N263 en wordt weergegeven als 0h8000000000000000 in de hexadecimale modus 0b100...000 (63 nullen) in de binaire modus 264 wordt 0 en wordt weergegeven als 0h0 in de hexadecimale modus 0b0 in de binaire modus N263 N 1 wordt 263 N 1 en wordt weergegeven als 0h7FFFFFFFFFFFFFFF in de hexadecimale modus 0b111...111 (64 enen) in de binaire modus |
|
Catalogus > |
|
Geheel getal1 4Base10Þgeheel getal Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de computer invoeren door @>Base10 in te typen. Converteert Geheel getal1 naar een decimaal (grondtal 10) getal. Een binair of hexadecimaal getal moet altijd respectievelijk het prefix 0b of 0h hebben. 0b binairGetal 0h hexadecimaalGetal Nul, niet de letter O, gevolgd door b of h. Een binair getal kan maximaal 64 cijfers hebben. Een hexadecimaal getal kan maximaal 16 cijfers hebben. Zonder prefix wordt Geheel getal1 behandeld als decimaal. Het resultaat wordt als decimaal getal weergegeven, ongeacht de Grondtal-modus. |
|
Catalogus > |
|
Geheel getal1 4Base16Þgeheel getal Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de computer invoeren door @>Base16 in te typen. Converteert Geheel getal1 naar een hexadecimaal getal. Binaire of hexadecimale getallen hebben altijd respectievelijk het prefix 0b of 0h. 0b binairGetal 0h hexadecimaalGetal Nul, niet de letter O, gevolgd door b of h. Een binair getal kan maximaal 64 cijfers hebben. Een hexadecimaal getal kan maximaal 16 cijfers hebben. Zonder prefix wordt Geheel getal1 behandeld als decimaal (grondtal 10). Het resultaat wordt als hexadecimaal getal weergegeven, ongeacht de Grondtal-modus. Als u een decimaal geheel getal invoert dat te groot is voor een 64-bits binaire vorm met een teken (positief of negatief), dan wordt er een symmetrische modulo-bewerking gebruikt om de waarde binnen het betreffende bereik te brengen. Zie voor meer informatie 4Base2, hier. |
|
Catalogus > |
|
binomCdf(n,p)Þlijst binomCdf(n,p,ondergrens,bovengrens)Þgetal als ondergrens en bovengrens getallen zijn, lijst als ondergrens en bovengrens lijsten zijn binomCdf(n,p,bovengrens)voor P(0{X{bovengrens)Þgetal als bovengrens een getal is, lijst als bovengrens een lijst is Berekent de cumulatieve kans voor de discrete binomiale verdeling met aantal pogingen n en succeskans p bij iedere poging. Voor P(X { bovengrens) stelt u ondergrens=0 in |
|
Catalogus > |
|
binomPdf(n,p)Þlijst binomPdf(n,p,XWaarde)Þgetal als XWaarde een getal is, lijst als XWaarde een lijst is Berekent de kans voor de discrete binomiale verdeling met aantal pogingen n en succeskans p bij iedere poging. |
|