Werken met toepassingen

Opties voor het werken met toepassingen zijn onder andere:

Een nieuw document creëren en een toepassing selecteren
Een nieuwe pagina en toepassing toevoegen aan een geopend doducment
Meerdere toepassingen toevoegen aan een pagina in een document

Een toepassing toevoegen

Er zijn verschillende manieren om een toepassing aan een pagina toe te voegen:

Gebruik bij het creëren van een nieuw document het touchpad of het betreffende nummer om een toepassing te selecteren uit de lijst met toepassingen.
Om een nieuwe pagina en toepassing toe te voegen aan een geopend document drukt u op / ~ en selecteert u vervolgens een toepassing uit de lijst.

Druk bijvoorbeeld op 2 om de toepassing Grafieken toe te voegen aan de pagina. De toepassing wordt geopend in het werkgebied.

U kunt ook op c drukken en vervolgens een toepassing selecteren op het hoofdscherm (Home) door op een van de volgende toepassingspictogrammen te klikken:

Rekenmachine

Grafieken

Meetkunde

Lijsten & Spreadsheet

Gegevensverwerking & Statistiek

Notities

Vernier DataQuest™

Meerdere toepassingen op een pagina gebruiken

U kunt maximaal vier toepassingen aan elke pagina toevoegen.

Wanneer u een nieuw document creëert, bevat dit ruimte om één toepassing toe te voegen. Als u meer dan één toepassing wilt toevoegen aan een pagina, dan kunt u de indeling veranderen om plaats te maken voor maximaal vier toepassingen.

U kunt een standaardindeling kiezen, aangeboden als menuonderdeel, of u kunt een indeling aanpassen aan uw persoonlijke wensen.

Een standaard pagina-indeling kiezen

1. Druk op ~ 5 2 om de indelingsopties weer te geven.

2. Druk op het getal dat overeenkomt met de gewenste indeling.

Druk bijvoorbeeld op 2 om een indeling met twee vakken (panelen) te creëren die verticaal verdeeld zijn over de pagina.

3. Druk op / e om tussen panelen heen en weer te gaan. Een dikgedrukt kader rond het paneel geeft aan dat het paneel actief is.
4. Druk op b en vervolgens op het nummer van de toepassing die u wilt toevoegen aan het nieuwe paneel. Druk bijvoorbeeld op 4 om de Lijsten & Spreadsheet-toepassing toe te voegen.

 

Opmerking: Als u de indeling van de pagina wilt wijzigen om toepassingen toe te voegen of te verwijderen, dan kunt u dit op elk gewenst moment doen. Wanneer u een toepassing wilt verwijderen, selecteer dan eerst de toepassing die u wilt verwijderen.

Een aangepaste pagina-indeling creëren

Als de standaard indelingen niet voldoen aan uw eisen kunt u de ruimte, die toegewezen is aan toepassingen op een pagina, aanpassen aan uw eigen wensen.

1. Druk op ~ 5 om de indelingsopties weer te geven.

2. Druk op 1 om de aangepaste splitsoptie weer te geven.

De standaardindeling wordt weergegeven, met een knipperende scheidslijn tussen de toepassingsvakken. Gebruik de pijlen () in het midden van de scheidslijn om de afmeting van de vakken aan te passen.

3. Druk op £¤¡ of ¢ om de scheidslijn te verplaatsen en de hoogte of breedte van de vakken aan te passen.
4. Druk op + of - om een gedefinieerde indeling te selecteren:
Door op - te drukken keert u terug naar de indeling met een volledige pagina.
Door eenmaal op + te drukken schakelt u over van een verticale indeling naar een horizontale indeling. Druk op - om terug te gaan naar een verticale indeling.
Door tweemaal op + te drukken voegt u een derde paneel aan de pagina toe. Door meerdere keren op + te drukken kunt u kiezen tussen een verticale en horizontale pagina-indeling met drie panelen.
Door vijfmaal op + te drukken voegt u een vierde paneel toe aan de pagina. Druk op - om door de vorige indelingsopties te lopen.
5. Druk op x of · om de afmetingen van de indeling te accepteren.
6. Druk op / e om tussen panelen heen en weer te gaan. Een dikgedrukt kader rond het paneel geeft aan dat het paneel actief is.

Toepassingen op een pagina verwisselen

Als u de positie van toepassingen op een pagina met meerdere toepassingen wilt veranderen, kunt u dit doen door de posities van twee toepassingen te "verwisselen".

1. Druk op ~ 5 Pagina-indeling 4 Toepassing verwisselen.

De geselecteerde toepassing wordt omlijnd door een dikke, knipperende zwarte rand, en de Toepassing verwisselen-cursor é verschijnt op het scherm.

Opmerking: In een pagina-indeling met twee vakken wisselt de geselecteerde toepassing automatisch van positie met het vak ertegenover. Druk op  x  of · om het verwisselen te voltooien.

2. Druk op £¤¡ of ¢ om de cursor op de toepassing te plaatsen die u wilt verwisselen.
3. Druk op x of · om het verwisselen te voltooien.

Opmerking: Druk op d om het verwisselen te annuleren.

Toepassingen groeperen

Om maximaal vier toepassingspagina's tot één pagina te groeperen:

1. Selecteer de eerste pagina in de reeks.
2. Selecteer in het menu Document de optie Pagina-indeling > Groeperen.

Druk op ~ 5 7.

De volgende pagina wordt gegroepeerd met de eerste pagina. De pagina-indeling wordt automatisch aangepast zodat alle pagina's in de groep worden weergegeven.

Pagina's degroeperen

De pagina's degroeperen:

1. Selecteer de gegroepeerde pagina.
2. Selecteer in het menu Document de optiePagina-indeling > Degroeperen.

—of—

Druk op ~ 5 8.

Het materiaal wordt verdeeld over aparte pagina's voor elke toepassing.

Een toepassing van een pagina verwijderen

1. Klik op de toepassing die u wilt verwijderen.
2. Selecteer in het menu Document de optiePagina-indeling > Toepassing wissen.

—of—

Druk op ~ 5 5.

De geselecteerde toepassing wordt gewist.

Als u het wissen ongedaan wilt maken, druk dan op Ctrl-Z.