I
Catalogus > |
|
identity(Geheel getal) ⇒ matrix Geeft de eenheidsmatrix met de afmeting Geheel getal. Geheel getal moet een positief geheel getal zijn. |
|
Catalogus > |
|
If BooleaanseUitdr If BooleaanseUitdr Then Voert, als BooleaanseUitdr wordt uitgewerkt naar waar, de enkele bewering Bewering of het blok beweringen Blok uit alvorens door te gaan met de uitvoering. Gaat, als BooleaanseUitdr wordt uitgewerkt naar onwaar, door met de uitvoering zonder de bewering of het blok beweringen uit te voeren. Blok kan ofwel bestaan uit een enkele bewering of uit een serie beweringen die worden gescheiden door het teken ":" . Opmerking bij het invoeren van het voorbeeld: Instructies over het invoeren van programma's met meerdere regels en functiedefinities vindt u in het hoofdstuk Rekenmachine van de handleiding van uw product. |
|
If BooleaanseUitdr Then Als BooleaanseUitdr wordt uitgewerkt naar waar, wordt Blok1 uitgevoerd en wordt Blok2 vervolgens overgeslagen. Als BooleaanseUitdr wordt uitgewerkt naar onwaar, wordt Blok1 overgeslagen maar wordt Blok2 wel uitgevoerd. Blok1 en Blok2 kunnen bestaan uit één enkele bewering. |
|
If BooleaanseUitdr1 Then Hiermee kunnen vertakkingen worden gemaakt. Als BooleaanseUitdr1 wordt uitgewerkt naar waar, wordt Blok1 uitgevoerd. Als BooleaanseUitdr1 wordt uitgewerkt naar onwaar, wordt BooleaanseUitdr2 uitgevoerd enz. |
|
Catalogus > |
||||||||||||||||
ifFn(BooleaanseUitdr,Waarde_Indien_waar [,Waarde_Indien_onwaar [,Waarde_Indien_onbekend]]) ⇒ uitdrukking, lijst of matrix Werkt de Booleaanse uitdrukking BooleaanseUitdr (of elk element uit BooleaanseUitdr ) uit en geeft een resultaat op basis van de volgende regels:
Opmerking: als de vereenvoudigde bewering BooleaanseUitdr een lijst of een matrix bevat, dan moeten alle andere lijst- of matrixargumenten dezelfde afmeting(en) hebben, en heeft het resultaat dezelfde afmeting(en). |
De testwaarde 1 is kleiner dan 2,5, dus het overeenkomstige Waarde_Indien_Waar-element 5 wordt gekopieerd naar de resultatenlijst.
De testwaarde 2 is kleiner dan 2,5, dus het overeenkomstige Waarde_Indien_Waar-element 6 wordt gekopieerd naar de resultatenlijst.
Waarde_Indien_waar is één enkele waarde en komt overeen met elke willekeurige geselecteerde positie.
Waarde_Indien_onwaar is niet gespecificeerd. Ongedef (ongedefinieerd) wordt gebruikt.
Eén element geselecteerd uit Waarde_Indien_waar. Eén element geselecteerd uit Waarde_Indien_onbekend. |
Catalogus > |
|
imag(Waarde1) ⇒ waarde Geeft het imaginaire deel van het argument. |
|
imag(Lijst1) ⇒ lijst Geeft een lijst met de imaginaire delen van de elementen. |
|
imag(Matrix1) ⇒ matrix Geeft een matrix met de imaginaire delen van de elementen. |
|
Indirectie |
Zie #(), hier. |
|
|
Catalogus > |
|
inString(bronString, subString[, Start]) ⇒ geheel getal Geeft de tekenpositie in string bronString waarop string subString voor de eerste keer begint. Start specificeert, indien opgenomen, de tekenpositie binnen bronString waarop de zoekactie begint. Standaardinstelling = 1 (het eerste teken van bronString). Als bronString niet subString bevat, of als geldt: Start > lengte van bronString, dan wordt er een nul gegeven als resultaat. |
|
Catalogus > |
|
Geeft het grootste gehele getal dat kleiner of gelijk is aan het argument. Deze functie is hetzelfde als floor(). Het argument kan een reëel of complex getal zijn. Geeft bij een lijst of matrix het grootste gehele getal van elk van de elementen. |
|
Catalogus > |
|
intDiv (Getal1, getal2) ⇒ geheel getal Geeft het grootste gehele getal met een plus- of minteken dat kleiner of gelijk is aan (Getal1 ÷ Getal2). Geeft bij lijsten en matrices het grootste gehele getal met een plus- of minteken dat kleiner of gelijk is aan (argument1 ÷ argument2) voor elk paar elementen. |
|
Catalogus > |
|
Deze functie doet het volgende: Gegeven xLijst, yLijst=f(xLijst), en yAccentLijst=f'(xLijst) voor een onbekende functie f, wordt er een derdemachtsinterpolatie gebruikt om de functie f voor xWaarde te benaderen. Aangenomen wordt dat xLijst een lijst met monotoon stijgende of dalende getallen is, maar deze functie kan een waarde opleveren zelfs wanneer dit niet het geval is. Deze functie loopt door xLijst en zoekt naar een interval [xLijst[i], xLijst[i+1]] dat xWaarde bevat. Als de functie een dergelijk interval vindt, geeft deze een geïnterpoleerde waarde voor f(xWaarde); anders retourneert de functie xLijst, yLijst en yAccentLijst moeten dezelfde dimensie ≥ 2 hebben en uitdrukkingen bevatten die vereenvoudigd worden tot getallen.
|
Differentiaalvergelijking:
Om het hele resultaat te zien drukt u op 5 en gebruikt u vervolgens 7 en 8 om de cursor te verplaatsen. Gebruik de functie interpolate() om de functiewaarden voor de xwaardenlijst te berekenen: |
Catalogus > |
|
invχ2(Oppervlakte,df) invChi2(Oppervlakte,df) Berekent de inverse cumulatieve kansfunctie χ2 (chi-kwadraat) die wordt gespecificeerd door de vrijheidsgraad, df voor een gegeven Oppervlakte onder de kromme. |
|
Catalogus > |
|
invF(Oppervlakte,dfTeller,dfNoemer) invF(Oppervlakte,dfTeller,dfNoemer) berekent de inverse cumulatieve verdelingsfunctie F die wordt gespecificeerd door dfTeller en dfNoemer voor een gegeven Oppervlakte onder de kromme. |
|
Catalogus > |
|
invBinom (CumulatieveKans,AantalPogingen,Kans, Gegeven het aantal pogingen (AantalPogingen) en de kans op succes van elke poging (Kans), geeft deze functie het minimum aantal successen, k, zodanig dat de cumulatieve kans op k successen groter of gelijk is aan de gegeven cumulatieve kans (CumulatieveKans).. UitvoerVorm=0, resultaat wordt weergegeven als een scalair (standaard). UitvoerVorm=1, resultaat wordt weergegeven als een matrix. |
Voorbeeld: Mary en Kevin spelen een dobbelspel. Mary moet het maximum aantal keer raden dat 6 verschijnt in 30 worpen. Als het getal 6 precies zo veel keer of minder verschijnt, dan wint Mary. Bovendien Geldt: hoe kleiner het aantal dat ze raadt, des te groter haar winst is Wat is het kleinste getal dat Mary kan raden als ze wil dat de kans om te winnen groter is dan 77%?
|
Catalogus > |
|
invBinomN(CumulatieveKans,Kans, Gegeven de kans op succes van elke poging (Kans) en het aantal successen (AantalSucces), geeft deze functie het mininum aantal pogingen, N, zodanig dat de cumulatieve kans op x successen kleiner of gelijk is aan de gegeven cumulatieve kans (CumulatieveKans). UitvoerVorm=0, resultaat wordt weergegeven als een scalair (standaard). UitvoerVorm=1, resultaat wordt weergegeven als een matrix. |
Voorbeeld: Monique oefent doelschoten voor netbal. Ze weet uit ervaring dat haar kans op scoren bij elk schot 70% is. Ze is van plan om te oefenen totdat ze 50 doelpunten scoort. Hoeveel schoten moet ze nemen om ervoor te zorgen dat de kans dat ze ten minste 50 doelpunten zal maken meer dan 0,99 is?
|
Catalogus > |
|
invNorm(Oppervlakte[,μ[,σ]]) Berekent de inverse van de cumulatieve normale kansverdelingsfunctie voor een opgegeven Oppervlakte onder de kromme van de normale verdeling die wordt gedefinieerd door μ en σ. |
|
Catalogus > |
|
invt(Oppervlakte,df) Berekent de inverse van de cumulatieve student-t kansverdelingsfunctie die wordt gespecificeerd door het aantal vrijheidsgraden df, voor een gegeven Oppervlakte onder de curve. |
|
Catalogus > |
|
iPart(Getal) ⇒ geheel getal Geeft het gehele deel van het argument. Geeft bij lijsten en matrices het gehele deel van elk element. Het argument kan een reëel of complex getal zijn. |
|
Catalogus > |
|
irr(CF0,CFLijst [,CFFreq]) ⇒ waarde Financiële functie die de interne rentabiliteit van een investering berekent. CF0 is de initiële cashflow op tijdstip 0; dit moet een reëel getal zijn. CFLijst is een lijst met cashflow-bedragen na de initiële-cashflow CF0. CFFreq is een optionele lijst waarin elk element de frequentie waarmee een gegroepeerd (opeenvolgend) cashflow-bedrag voorkomt specificeert; dit is het overeenkomstige element van CFLijst. De standaardwaarde is 1; als u waarden invoert, dan moeten dit positieve gehele getallen < 10.000 zijn. Opmerking: Zie ook mirr(), hier. |
|
Catalogus > |
|
isPrime(Getal) ⇒ Booleaanse constante uitdrukking Geeft waar of onwaar om aan te geven of getal een geheel getal ≥ 2 is, dat alleen deelbaar is door zichzelf en door 1. Als Getal langer is dan 306 cijfers en geen factoren ≤1021 heeft, dan geeft isPrime(Getal) een foutmelding weer. Opmerking bij het invoeren van het voorbeeld: Instructies over het invoeren van programma's met meerdere regels en functiedefinities vindt u in het hoofdstuk Rekenmachine van de handleiding van uw product. |
|
Catalogus > |
|
isVoid(Var) ⇒ Booleaanse constante uitdrukking Geeft waar of onwaar om aan te geven of het argument een leeg gegevenstype is. Zie voor meer informatie over lege elementen hier. |
|