In dit gedeelte worden de voorgestelde algemene voorzorgsmaatregelen voor alle TI-Innovator-technologie beschreven.
Als u meer assistentie nodig heeft, neemt u contact op met TI-Cares.
Voorzorgsmaatregelen voor de TI‑Innovator™ Hub
Voorzorgsmaatregelen voor de TI-Innovator Rover
Voorzorgsmaatregelen voor de I/O-modules
Voorzorgsmaatregelen voor het breadboard
Voorzorgsmaatregelen voor de TI-sensorLink-adapter en de Vernier-sensor
| • | Stel de |
| • | Demonteer de |
| • | Koppel meerdere |
| • | Gebruik uitsluitend de USB-kabels die meegeleverd zijn met de |
| • | Gebruik uitsluitend de door TI geleverde voedingen: |
| - | TI Wall Charger inbegrepen bij de TI‑Innovator™ Hub |
| - | Optioneel External Battery Pack |
| - | 4AA batterijhouder inbegrepen in de TI‑Innovator™ Breadboard Pack |
| • | Zorg dat de onderdelen die vermogen ontvangen van de |
| • | Vermijd het gebruik van de |
Breadboard-aansluiting op de Hub
| - | Steek de geleidedraden van LED's en andere onderdelen niet rechtstreeks in de |
| - | Verbind de pin van het 5V-contact op de |
| - | Het aansluiten van de bovenste rij ontvangende pinnen (BB1-10) op de onderste rij (pinnen voor aarde en spanning) wordt niet aanbevolen. |
| - | Geen pin op de breadboard-aansluiting van de |
| • | Stel de |
| • | Demonteer de |
| • | Plaats geen objecten zwaarder dan 1 kg op het |
| • | Gebruik uitsluitend de USB-kabels die meegeleverd zijn met de |
| • | Gebruik uitsluitend de lintkabels die meegeleverd zijn met de |
| • | Gebruik alleen de door TI meegeleverde wandoplader die bijgesloten is bij de |
| • | De aan de voorzijde gemonteerde |
| • | Voor de beste resultaten verwijdert u het schuifdeksel van uw grafische rekenmachine. |
| • | Voor het beste resultaat, gebruik |
| • | Voor het beste resultaat, gebruik |
| • | Draai de houderpinnen op het rekenmachineplatform niet zonder ze eerst omhoog te trekken. Dan zouden ze kunnen afbreken. |
| • | Gebruik de merkstift niet als hefboom om de |
| • | Schroef de behuizing aan de onderzijde van de |
| • | Beweeg de Rover na het uitvoeren van een programma niet. De interne gyroscoop kan onbedoeld proberen de Rover terug op zijn oude koers te krijgen gebruik makend van de initiële locatie. |
| • | Wanneer de breadboard-lintkabel in de |
Let op: Indien u de kabels van hun plek haalt of loskoppelt, gebruik dan deze afbeelding als referentie voor de juiste aansluitingen.
| • | Gebruik voor elke module de juiste aansluiting voor input en output. |
| - | Vibratiemotor – ondersteund op OUT 1, OUT 2, en OUT 3. |
| - | Servomotor – gebruik alleen OUT 3. |
| - | Witte LED – ondersteund op OUT 1, OUT 2, en OUT 3. |
| - | Analoge lichtsensor – ondersteund op IN 1, In 2, en IN 3. |
| - | Ultrasoon ranger – ondersteund op IN 1, IN 2. |
| • | Gebruik een externe hulpvoeding voor modules waarvoor meer dan 50 mA nodig is, waaronder: |
| - | Vibratiemotor |
| - | Servomotor |
| • | Houd de as van de servomotor tijdens het draaien niet vast. Draai de servomotor ook niet handmatig. |
| • | Witte LED: |
| - | Verbuig de geleidepinnen niet herhaaldelijk; hierdoor verzwakken de draden en kunnen ze breken. |
| - | De LED moet met de juiste polariteit worden aangesloten. Lees voor meer informatie de instructies voor het monteren van de LED in de TI‑Innovator™ Technologie eGids (hier). |
| - | De LED moet met de juiste polariteit worden aangesloten. Lees voor meer informatie de instructies voor het monteren van de LED (hier). |
| • | Geen I/O-module kan invoer geven ontvangen van meer dan 4 mA. |
| • | Sluit de positieve en negatieve geleidedraden van een spanningsbron niet aan op de zelfde groep van 5 pinnen op het breadboard. Dit kan schade aan het breadboard en de spanningsbron veroorzaken. |
| • | Let op de juiste polariteit: |
| - | Wanneer het breadboard aangesloten wordt op de |
| - | Wanneer onderdelen aangesloten worden die gevoelig zijn voor polariteit, zoals LED-lampjes en de TTL-stroom MOSFET. |
| • | TI-SensorLink is geen oplossing voor het verzamelen van data. Gebruik van de USB-aangesloten sondes of Lab-Cradle blijft een superieure oplossing voor pure dataverzameling en -analyse. |
| • | De Hub-opdrachten voor de TI-SensorLink met de analoge Vernier-sensoren maken momenteel geen deel uit van de Hub-app (CE-serie) of het Hub-menu (TI-Nspire™ CX). |
| • | De nieuwe opdrachten en trefwoorden moeten ofwel worden ingetypt OF worden gekopieerd uit een bestaand programma. Houd er rekening mee dat typografische fouten in de trefwoorden een foutmelding in de sketch tot gevolg zullen hebben. |
| • | Gasdruksensor - Het sensorelement van de gasdruksensor zal beschadigd raken door direct contact met vloeistof. |
| • | pH-sensor - Plaats de elektrode in de pH 4 of pH 7 bufferoplossing. De elektrode mag nooit in gedestilleerd water worden bewaard. Als de elektrode onbedoeld gedurende een korte periode droog is bewaard, dompel de punt dan minimaal 8 uur vóór gebruik onder in de pH 4 buffer/KCl-bewaarvloeistof. |
| • | Roestvrij stalen temperatuursonde - |
| - | Een gedraaide kabel. Soms draaien of buigen de leerlingen het snoer dichtbij het handvat van de sensor. Na verloop van tijd kan dit ertoe leiden dat de draden losraken en de sensor niet meer werkt. |
| - | Oververhitting van de sensor. Bij gebruik in scheikundelaboratoria leggen leerlingen de sensor soms op een kookplaat en "koken” ze het apparaat als het ware. |
| - | Het apparaat is niet waterdicht! Water kan in het handvat van de sensor sijpelen en de elektronica beschadigen. Dompel alleen het roestvrij stalen gedeelte van de sensor onder in water wanneer u gegevens verzamelt. |