Energie beheren
Wanneer u de energie voor de Labslede beheert, moet u rekening houden met de spanningsbron die wordt gebruikt. De Labslede kan van spanning worden voorzien door de eigen herlaadbare batterij of via een aangesloten netsnoer.
Batterijen
De Labslede loopt op een herlaadbare batterij die stroomverbruik gedurende één hele dag ondersteunt, en het verzamelen van gegevens door een sensor met hoog verbruik alvorens er weer moet worden opgeladen. Een voorbeeld van het verzamelen van gegevens met een hoog verbruik is een experiment waarvoor in totaal 150 minuten aan een stuk door gegevens worden verzameld met CO2 (47 mA) en O2-sensoren met elke 15 seconden een meting.
De batterij wordt in minder dan 12 uur opgeladen.
De batterijstatus bekijken
Er zijn twee manieren om de batterijstatus te bekijken: bij aansluiting op een rekenmachine of door te kijken naar het LED-lampje. Wanneer de Labslede is aangesloten op een TI-Nspire™-rekenmachine, kunt u de batterijstatus van beide apparaten zien. De eerste waarde is van de rekenmachine en de tweede waarde is van de Labslede.
| ▶ | Druk op c 5 (Instellingen) 4 (Status). |
Wanneer u de Labslede rechtstreeks op een computer aansluit, ziet u geen spanningsindicator. Gebruik het LED-lampje bovenaan de Labslede om de batterijstatus vast te stellen.
|
Batterij |
BOVEN |
|
|
Wanneer de Labslede aangesloten is op een USB-voedingsbron (een wandoplader of computer):
| • | Rood - Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de Labslede bijna leeg is, maar wordt opgeladen. |
| • | Oranje - Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de Labslede wordt opgeladen. |
| • | Groen - Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de Labslede volledig is opgeladen. |
In de TI-Nspire™ Slede-oplader:
| • | Rood - Een ononderbroken brandend lampje geeft aan dat de Labslede bijna leeg is, maar wordt opgeladen. |
| • | Oranje - Een ononderbroken brandend lampje geeft aan dat de Labslede wordt opgeladen. |
| • | Groen - Een ononderbroken brandend lampje geeft aan dat de Labslede volledig is opgeladen. |
Wanneer de Labslede wordt gebruikt en niet wordt opgeladen:
| • | Rood - Een knipperend lampje geeft aan dat de batterij voor minder dan 6% geladen is. |
| • | Oranje - Een knipperend lampje geeft aan dat de batterij voor minder dan 30% geladen is. |
| • | Groen - Een knipperend lampje geeft aan dat de batterijlading tussen de 30% en 96% is. Twee groene knipperingen per seconde geeft aan dat de batterij voor meer dan 96% geladen is. |
Batterijstroom beheren
Wanneer de batterijstroom 30 procent heeft bereikt, geeft een geel LED-lampje aan dat de Labslede moet worden opgeladen. Het LED-lampje wordt rood wanneer de batterijstroom vijf procent bereikt.
Wanneer u de batterijspanning voor de Labslede regelt, moet u niet vergeten dat sommige sensoren voor gebruik moeten worden opgewarmd. U kunt gegevens verzamelen tijdens de opwarmperiode, maar u loopt dan het risico dat de gegevens minder precies zijn.
Wanneer u een langdurige gegevensverzameling start, of een gegevensverzameling op afstand, dan controleert het systeem de huidige energiebronnen om te bepalen of de bronnen voldoende zijn om de sensoren van het begin tot het einde van het experiment te ondersteunen.
Als de spanning de experimentconfiguratie niet kan ondersteunen, wordt een waarschuwingsbericht afgegeven dat de beschikbare spanning onvoldoende is voor het experiment. U moet de batterij opladen of de Labslede aansluiten op een externe spanningsbron.
Wanneer u de wandoplader, de TI-Nspire™ slede-oplader of de USB-kabel verbonden aan een ingeschakelde computer gebruikt, kan de Labslede (als deze niet wordt gebruikt) van een volledig lege toestand in minder dan 12 uur volledig worden opgeladen.
De batterij kan het verzamelen van gegevens door een veelvuldig gebruikte sensor met een hoog- stroomverbruik gedurende één hele dag ondersteunen, en het verzamelen van gegevens door een gemiddeld gebruikte sensor met een matig tot laag stroomverbruik gedurende twee hele dagen.