Meer weten over de Labslede
Verplaatsbaarheid
De Labslede past, wanneer deze is aangesloten op de TI-Nspire™-rekenmachine, in de hand van de meeste middelbare scholieren.
De Labslede heeft een bevestigingspunt voor een draagkoord. Leerlingen kunnen een koord bevestigen om de Labslede om hun hals te dragen. Hierdoor hebben de leerlingen hun handen vrij om zich staande te houden op ruw terrein tijdens het verzamelen van gegevens in het veld.
Wanneer gegevens worden verzameld voor een experiment waarin de Labslede flink wordt bewogen, raadt TI aan dat leerlingen een Vernier Data Vest of jack met ritssluiting dragen waarbij de sensor rond de hals van de leerlingen is bevestigd maar ook op de borst van de leerlingen. Als een leerling bijvoorbeeld de snelheid of beweging op een achtbaan meet, kan de Labslede flink heen en weer gaan door de beweging van de achtbaan. Door een Vernier Data Vest of jack met ritssluiting te dragen, wordt de beweging van de Labslede beperkt.
Duurzaamheid
De Labslede is duurzaam genoeg om extensief gebruik in het klaslokaal en in het veld te kunnen weerstaan. Hij is ontworpen om een val van negentig centimeter aan te kunnen, de hoogte van een standaard labtafel.
Opslag/werktemperatuurbereik
De opslagtemperatuur voor de Labslede ligt tussen -40°C (-40° F) en 70°C (158° F).
De Labslede, indien gebruikt als een zelfstandig gegevensverzamelingsapparaat, werkt bij temperaturen tussen 10° C (50° F) en 45° C (113° F).
Activeringsmethoden
De Labslede heeft twee opties voor het activeren van gegevensverzameling: automatisch en handmatig.
Om automatische activering te gebruiken, moeten de criteria om het verzamelen van gegevens te starten in de toepassing Vernier DataQuest™ worden gedefinieerd. De Labslede kan worden geactiveerd met een toenemende of afnemende waarde.
Handmatige activering wordt gedefinieerd in de toepassing Vernier DataQuest™. Door de activeringsvertraging in te stellen op nul, kunt u de gegevensverzameling starten door op de activeringstoets op de Labslede te drukken wanneer u deze gebruikt als zelfstandig gegevensverzamelingsapparaat.
U kunt een vertraging in de activering van de gegevensverzameling definiëren wanneer u de Labslede gebruikt met een rekenmachine of computer. De toepassing Vernier DataQuest™ begint een aftelling gebaseerd op de tijdsvertraging die u hebt gedefinieerd. Wanneer bij het aftellen de nul is bereikt, beginnen de Labslede en de aangesloten sensoren met het verzamelen van gegevens.
Gegevensverzameling over meerdere kanalen
U kunt vijf sensoren aansluiten op de Labslede. Er zijn drie analoge BT-connectoren en twee digitale BT-connectoren.
De Labslede ondersteunt gegevensverzameling over meerdere kanalen doordat u gegevens kunt verzamelen via alle vijf sensoren tegelijk. Wanneer u vijf sensoren tegelijk gebruikt, is de tijdstempel hetzelfde voor alle gegevensverzamelingsstromen.
Steekproeffrequentie
De maximum samplefrequentie voor een Labslede met een enkele BT-sensor is 100.000 samples (steekproeven) per seconde. Met deze samplefrequentie kunt u gegevens verzamelen voor sensoren met zeer veel samples zoals microfoons, bloeddrukmonitoren en handgreep hartslagmonitoren.
Als u meerdere sensoren tegelijk gebruikt, wordt de frequentie van 100.000 samples per seconde gedeeld door het aantal aangesloten sensoren. Bijvoorbeeld:
| • | Bij één sensor, worden gegevens verzameld met een frequentie van 100.000. |
| • | Bij twee sensoren, worden gegevens verzameld met een frequentie van 50 kHz per sensor. |
| • | Bij drie sensoren, worden gegevens verzameld met een frequentie van 33,3 kHz per sensor. |
De maximumfrequenties van sommige sensoren kunnen minder zijn dan de maximum samplefrequentie van de Labslede. Als er bijvoorbeeld vijf sensoren zijn aangesloten op de Labslede, kunnen gegevens worden verzameld met 20 kHz per sensor; temperatuursensoren kunnen echter mogelijk slechts gegevens verzamelen op maximaal 1 kHz en verzamelen dus alleen gegevens met die frequentie.