Configureren van het dockingstation
Bij het instellen van het TI-Nspire™ Docking Station moet u een vlakke, stabiele ondergrond gebruiken, bijvoorbeeld een tafel. U kunt ook een standaard schoolkar gebruiken als u het dockingstation van het ene naar het andere klaslokaal moet vervoeren. Bij het kiezen van een locatie is het belangrijk om ervoor te zorgen dat deze in de buurt van de computer van de docent is en dat er een stroombron (stopcontact of stekkerdoos) aanwezig is.
Voer de volgende stappen uit om het dockingstation te configureren.
| 1. | Plaats het dockingstation op de tafel. |
| 2. | Sluit de wisselstroomadapter aan op het dockingstation en verbind de adapter vervolgens met een stekkerdoos of stopcontact. |
|
|
|
AC adapterpoort |
|
Standaard-A poort (uit) |
|
|
Mini-B poort (in) |
| 3. | Verbind de computer van de docent met het dockingstation (voor het overzenden van gegevens). |