7 tips voor een goed cijfer met de TI-84 Plus CE-T Python Edition
Hoe gebruik je de TI-84 Plus CE-T Python Edition bij berekeningen tijdens toetsen en examens? In dit blog geven we 7 tips waar elke leerling wat aan heeft om een goed cijfer te halen! Van breuken invoeren tot het aan- en uitzetten van de examenstand. Volg onderstaande tips en instructies, of bekijk de instructievideo's.
- Tip 1: breuken invoeren
- Tip 2: rekenen met logaritmes en e-machten
- Tip 3: snijpunten bepalen
- Tip 4: switchen tussen radialen en graden
- Tip 5: combinatoriek
- Tip 6: vergelijkingsoplosser (Solver)
- Tip 7: de examenstand aan- of uitzetten
Tip 1: breuken invoeren
Het oplossen van vergelijkingen, het vereenvoudigen van uitdrukkingen of het werken met meeteenheden: daarvoor reken je allemaal met breuken. In alle examens voor havo en vwo kunnen breuken voorkomen, dus een extra check door leerlingen is in hun voordeel!
Hoe voer je breuken in op je TI-84 Plus CE-T Python Edition?
Via ALPHA Y= kom je op het eerste tabblad
Voer in welk type breuk je wilt invoeren
- Alleen een teller gedeeld door een noemer
- Een geheel getal met een breuk
- Uit een breuk de hele getallen halen
- Een decimaal getal overzetten in een breuk
Druk op 2
Er verschijnt een breuksjabloon om in te vullen
Vul bijvoorbeeld de breuk 328 in
Met de pijltjestoetsen kun je wisselen van de teller naar de noemer
Druk op ENTER: de grafische rekenmachine vereenvoudigt de breuk automatisch
In dit geval verschijnt 3 ¼
Je kunt ook op de MATH knop drukken
In het menu dat verschijnt kun je kiezen voor een breuksjabloon
Het tweede tabblad NUM heeft ook alle breuktypen
Daarnaast kun je via de knop MODE ook kiezen voor alle breuktypen
Een andere manier voor invoeren is 2 gedeeld door 8 invoeren, dus 2/8
Je krijgt nu het decimale getal 0,25 te zien
Je kunt de breuken vinden door MATH te selecteren, dan 1 (benaderen breuk)
Druk op ENTER, dan krijg je ook ¼ in beeld
Breuk omzetten naar decimale getallen kan op 2 manieren:
Druk op MATH of ALPHA Y=, en daarna optie 4
- Bekijk de instructievideo breuken invoeren
Tip 2: rekenen met logaritmes en e-machten
Hoe werk je met logaritmes en e-machten?
De E-MACHT is te vinden aan de linkerkant van het toetsenbord (boven de LN-knop)
Gebruik hiervoor de blauwe 2ND-knop
Zo kunnen we e tot de macht 5 berekenen
Om te berekenen tot welke macht die e moet verheffen om bijvoorbeeld 100 te krijgen gebruiken we het natuurlijk logaritme (LN)
De 10 LOG zit op de knop hierboven
Het grondtal 10 wordt niet getoond omdat we dit in de gewone schrijfwijze ook weglaten
Voor een ander grondtal gebruiken we de optie LOG grondtal
Druk op MATH, tabblad LOG en scroll omlaag
De grafische rekenmachine gebruikt de internationale notatie waarbij het grondtal onder de log wordt genoteerd
Tip 3: snijpunten bepalen
Het snijpunt van meerdere grafieken bepalen komt in de meeste toetsen wel een keer voor. Bekijk hieronder hoe je dit handig doet met de grafische rekenmachine. Als het goed is helpt de weergave van de grafieken op de TI-84 Plus CE-T Python Edition je bij het begrijpen en oplossen van het probleem.
Hoe bepaal je een snijpunt?
Druk op Y= om twee formules in te voeren
Typ bijvoorbeeld Y= 2x2-8
en Y2=3x+2
Druk op GRAPH en de grafieken worden getekend
We gaan de snijpunten nu zoeken via het CALC menu
Druk op de blauwe knop 2ND en de knop TRACE om dit menu te openen
Dan krijg een lijst van onderdelen om te onderzoeken
Kies de optie snijpunt
De machine vraagt nu om met de cursor de twee grafieken te selecteren waarvan je het snijpunt wilt vinden
Nu verschijnt onder in het beeld het woord 'snijpunt'
Wijs het punt aan waarvan je de coördinaten wilt weten
Als je op ENTER drukt staan onder in je scherm de gezochte coördinaten
Herhaal bovenstaande handelingen voor het tweede snijpunt
- Bekijk de instructievideo snijpunten bepalen
Tip 4: switchen tussen radialen en graden
Hoe switch je tussen radialen en graden?
In de balk bovenin het scherm staat aangegeven in welke modus de berekeningen nu worden uitgevoerd
Er kan staan GRAD of RAD
GRAD staat voor graden, RAD staat voor radialen
Radialen gebruik je om bijvoorbeeld bij een sinus functie een x-waarde te gebruiken bij een periode die is uitgedrukt in 2 pi. Dit is in plaats van een decimaal getal.
Om GRAD te veranderen in RAD of andersom gebruik je de MODE-knop
Ga vervolgens met je pijltjestoetsen naar de regel waar staat ‘radialen graden’
Selecteer nu de gewenste modus en bevestig je keuze via de ENTER-knop
De door jou geselecteerde instelling krijgt nu een donkere achtergrond
Om dit instellingenscherm te verlaten selecteer je 2ND MODE (QUIT)
Via het ANGLE menu kun je ook een omrekening maken van graden naar radialen of andersom zonder de instellingen van je machine aan te passen
Selecteer voor het ANGLE menu de knop 2ND en APPS
Kies dan optie 1 om van graden naar radialen te gaan terwijl de machine dus eigenlijk in de radiale modus blijft
Of optie 3 om van radialen naar graden te gaan
De machine blijft dan dus in de graden modus
- Bekijk de instructievideo radialen en graden
Tip 5: combinatoriek
Hoe bereken je op een handige manier faculteiten, combinaties en permutaties met de grafische rekenmachine? Hieronder laten we zien hoe je combinatorische berekeningen kunt uitvoeren en handig kunt tellen. Dat komt zeker van pas bij statistiek en kansrekenen!
Hoe voer je combinatorische berekeningen uit?
Om een faculteit in te voeren typ je eerst het getal in, bijvoorbeeld een 5
Druk nu op de MATH knop en selecteer het tabblad KANS. Daarna kies je optie 4, het uitroepteken
Druk daarna op ENTER en 5-faculteit wordt uitgerekend als 120
Een andere manier om 5-faculteit in te voeren is eerst weer een 5 typen
Kies dan de functietoets F2 via ALPHA en WINDOW en dan de optie faculteit (9)
In je beeld verschijnt precies dezelfde berekening
Als je niet weet welke functietoets je moet hebben kies je bijvoorbeeld F1 en via ALPHA Y= en ga je langs de tabbladen met de pijltjes naar rechts en naar links
Een permutatie van 2 uit 5 voer je in door MATH, KANS en dan optie 2, nPr te selecteren
In je scherm verschijnt nu de letter p
Voer eerst een 5 in en vervolgens de 2
De machine rekent voor je uit dat de permutatie van 2 uit 5 tot 20 is
Dus eigenlijk 5-faculteit gedeeld door 3-faculteit
Ook via ALPHA en Y= kun je bij het tabblad FUNC (functie) de permutatie selecteren
De combinatie van 2 uit 5 voer je in door MATH KANS en dan optie 3 nCr te selecteren
In je scherm verschijnt nu de letter C
Voer weer eerst de 5 en vervolgens de 2 in
De machine rekent voor je uit dat de combinatie van 2 uit 5 dan 10 is
Ook dit kan weer via ALPHA en WINDOW worden uitgevoerd
- Bekijk de instructievideo over combinatoriek
Tip 6: vergelijkingsoplosser (Solver)
Het oplossen van vergelijkingen kan op verschillende manieren:
- 1. Op papier met behulp van de abc-formule
- 2. Grafisch, door beide zijden van de vergelijking als functie te plotten en het snijpunt op te sporen
- 3. Rechtstreeks met de grafische rekenmachine
Hoe los je met de rekenmachine deze vergelijking op:
2 x2 – 5 = -x + 3
Hiervoor gebruik je de OPLOSSER
Druk op MATH en kies onderin de lijst de OPLOSSER
Vul het linkerdeel in van de vergelijking bij de E1 (equation 1)
En het rechterdeel bij een E2 (equation 2)
Kies oké
Je ziet nu de vergelijking en daaronder X=
Daarachter staat nog niet oplossing, maar wel de x vanaf waar de machine begint te rekenen
Vanaf hier maakt de rekenmachine tabellen voor beide kanten van de vergelijking
En zodra deze op dezelfde waarde uitkomen presenteert de TI-84 dit als oplossing
Typ een waarde achter de X als er nog niks staat en selecteer SOLVE met de GRAPH-toets
Dit werkt heel goed, maar het levert slechts één oplossing op, terwijl een
kwadratische vergelijking als deze ook heel goed twee oplossingen kan hebben
Hiervoor is dus wel enig inzicht nodig in de aard van de vergelijking
De vergelijkingsoplosser is dus geen eenvoudig hulpmiddeltje en vraagt wat nadenken
Door de beginwaarde van x te variëren kun je de andere oplossing ook vinden
De onderste regel geeft de grens aan waartussen de TI-84 op zoek gaat naar een oplossing
Meestal staan deze op min en plus oneindig
Op deze manier, maar ook met de genoemde beperkingen, kun je iedere vergelijking oplossen
- Bekijk de instructievideo vergelijkingsoplosser
Tip 7: de examenstand aan- of uitzetten
Hoe zet ik de examenstand aan (of uit)? Dat is waarschijnlijk de meest gestelde vraag van leerlingen rondom toetsen en examens. Met de instructievideo examenstand aan hebben leerlingen het snel voor elkaar. De meest bekeken instructievideo is die over de examenstand uit voor na de toets of het examen. Op onze webpagina over de examenstand staan alle instructies voor de verschillende rekenmachines bij elkaar.
Hoe zet je de examenstand uit?
Verbind twee rekenmachines met elkaar via een mini usb kabeltje en zet ze allebei aan
Selecteer op de ene machine de optie LINK door op 2ND X te drukken
Kies nu VERZENDEN en vervolgens de optie 4, LIJST
Selecteer een willekeurige lijst zodat de pijl hiervoor rood wordt
Selecteer op de andere machine LINK door 2ND X te drukken en ga met de pijltjestoetsen naar het tabblad ONTVANGEN
Nadat je op ENTER hebt gedrukt verschijnt dat woord WACHTEN in het scherm
Op de eerste machine ga je nu met je pijltjestoetsen naar het tabblad VERZENDEN
Nadat je op ENTER hebt gedrukt verschijnt op de tweede machine een nieuw scherm waarin je kiest voor de OPTIE 2, OVERSCHRIJVEN
Nu wordt er een lijst verstuurd waardoor beide machines uit de examenstand worden gehaald
Op beide rekenmachines staat nu het woord KLAAR
Meer instructievideo's, ook andere technologie
Bekijk hier nog meer instructievideo's. Deze zijn ook beschikbaar voor de wetenschappelijke rekenmachines van Texas Instruments en de TI-Nspire™ CX technologie.