TI‑Innovator™ Breadboard Pack

Met het breadboard en de bijbehorende onderdelen (apart verkocht) kunt u breadboard-projecten bouwen en ze aansluiten op de TI‑Innovator™ Hub via de aansluitpennen van het breadboard.

Breadboard onderdelen zijn:

Een breadboard en jumperkabels voor het maken van elektrische schakelingen.
Adresseerbare onderdelen, zoals LED's en sensoren die reageren op Hub- instructies. Deze staan vermeld in onderstaande tabel.
Passieve onderdelen, zoals weerstanden, condensatoren, en handmatige schakelaars die niet rechtstreeks adresseerbaar zijn door de Hub- maar die in veel breadboard-projecten nodig zijn.
Een batterijhouder voor vier AA-batterijen. Batterijen zijn niet inbegrepen.

Adresseerbare onderdelen

Onderdeel

Afbeelding

 

Gebruikt met pinnen

Beschrijving

Rode LED's


 

BB 1-10

Lichtgevende diode (led) die licht geeft wanneer er stroom doorheen gaat.

Groene LED's

 

BB 1-10

Lichtgevende diode (led) die licht geeft wanneer er stroom doorheen gaat.

RGB (Rood-Groen-Blauw) LED's

 

BB 8-10

Lichtgevende diode (led) met onafhankelijk aanpasbare rode, groene en blauwe elementen. Kan veel verschillende kleuren produceren.

Thermistor

 

BB 5,6,7 (analoge invoer vereist)

Weerstand waarvan de grootte verandert op basis van temperatuur. Wordt gebruik om te meten en voor besturing.

Display met 7 segmenten

 

BB 1-10

Set van LED-lampjes gerangschikt voor het weergeven van cijfers en enkele alfabetische tekens (letters). Heeft tevens een LED voor een decimale punt.

Kleine gelijkstroommotor

 

BB 1-10 (gebruikt digitaal voor het genereren van software PWM)

Motor die gelijkstroom omzet in mechanisch vermogen.

TTL-stroom MOSFET

 

BB 1-10

Transistor die gebruikt wordt voor het versterken of schakelen van elektronische signalen.

TI analoge temperatuursensor

 

BB 5,6,7 (analoge invoer vereist)

Sensor die een spanning teruggeeft die rechtevenredig is met de omgevingstemperatuur en ligt tussen −55°C en 130°C.

Zichtbaar licht-sensor

 

BB 5,6,7 (analoge invoer vereist)

Sensor die de mate van omgevingslicht aangeeft.

Infraroodzender LTE‑302,
gele stip

 

BB 1-10 (digitale uitvoer)

Zijwaarts infrarood LED, gemaakt om gekoppeld te worden met de LTR-301 fototransistor.

 

 

Infraroodontvanger LTR‑301,
rode stip

 

BB 1-10 (digitale invoer)

Infrarood fototransistor met zijwaartse sensor, gemaakt om gekoppeld te worden met de LTE-302 Infraroodzender.

Voorbeeldcode om een LED-lampje op het breadboard te laten knipperen

Het volgende TI CE programma voor de grafische rekenmachine gebruikt de instructies Send en Wait om een specifiek LED-lampje op het breadboard te laten knipperen.

Opmerking: Dit programma functioneert alleen correct als de rekenmachine is aangesloten op de Hub- en het LED-lampje fysiek is aangesloten op BB1 (breadboard-pin 1) op de Hub-.

PRGM: BLINKBB
Send("CONNECT LED 1 TO BB1")
For(N,1,10)
Send("SET LED 1 ON")
Wait 1
Send("SET LED 1 OFF")
Wait 1
End
Send("DISCONNECT LED 1")

Opmerking: Als u TI‑Nspire™ CX-technologie gebruikt, laat de haakjes dan weg en wijzig End in EndFor.

De Hub- instructie "CONNECT LED 1 TO BB1" vertelt de Hub- dat een LED op het breadboard is aangesloten op pin 1 op de Hub-. Na het geven van deze instructie kan uw programmacode de LED adresseren als "LED 1." De instructie CONNECT is alleen nodig voor I/O-modules en breadboard-onderdelen. De instructie is niet bruikbaar voor ingebouwde onderdelen, zoals de ingebouwde luidspreker.

Zie ook: TI-Innovator™ Hub-poorten en bruikbare pinnen op het breadboard

Zie ook: Breadboard-onderdelen en bruikbare pinnen

De basis van het breadboard

Met het breadboard kunnen elektronische onderdelen van een project eenvoudig aangesloten worden door de aansluitpunten van de onderdelen en de jumperkabels op de pinnen van het breadboard aan te sluiten.

De pinnen zijn gerangschikt in groepen van 5. De 5 pinnen in elke groep zijn aan de achterkant van het board elektrisch met elkaar verbonden. U sluit aansluitpunten en jumperkabels op elkaar aan door ze aan te sluiten op pinnen binnen dezelfde groep.

Stroomrails aan de boven- en onderkant zijn gemarkeerd met rode (+) en blauwe (–) strips. De groepen in elke rail zijn elektrisch verbonden over de volledige lengte van de strips.
De overige groepen met 5 pinnen op het board zijn gelabeld met nummers en letters. Elke groep is elektrisch geisoleerd van de andere groepen.


Voorkant van het board met stroomrails en aansluitpinnen

 


Verbindingen aan de achterkant van het board (normaliter verborgen). De groepen met 5 pinnen in elke stroomrail zijn onderling verbonden. Alle andere groepen met 5 pinnen zijn gescheiden van elkaar (geïsoleerd).

Via de opening in het midden van het breadboard kunnen op een eenvoudige manier elektrische onderdelen aangesloten worden die als DIP-switches uitgevoerd zijn.

U gebruikt jumperkabels tussen de hub en het breadboard om breadboard-onderdelen van stroom te voorzien en om ze te besturen of te monitoren met behulp van programmeercode. De hub heeft 20 gelabelde pinnen, waaronder 10 signaalpinnen, 8 aardepinnen, 1 voedingspin van 3,3 V en 1 voedingspin van 5,0 V.

Meer informatie

Raadpleeg voor een overzicht van de te treffen voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van het breadboard en de onderdelen ervan de Algemene voorzorgsmaatregelen (hier).