Weergaveopties kiezen
Gebruik in de docentensoftware deze optie om te kiezen hoe u de emulator wilt weergeven in het softwarevenster.
|
1.
|
Klik op in het emulatorpaneel. —of— Klik op . |
|
2.
|
Selecteer één van de volgende opties: |
|
•
|
Alleen rekenmachine. Geeft de geëmuleerde rekenmachine weer en verbergt de werkruimte en andere vensters. |
Opmerking: Als u het scherm Alleen rekenmachine voor andere toepassingsvensters wilt houden, klikt u op in de rechterbovenhoek van het TI-SmartView™-venster.
|
•
|
Toetsenblok + Zijscherm. Opent een grotere weergave van het toetsenblok samen met het zijscherm. |
|
•
|
Rekenmachine + Zijscherm Opent de volledige geëmuleerde rekenmachine samen met het zijscherm. |
De voorkant wijzigen
Om een optie Voorkant (Faceplate) te selecteren:
|
1.
|
Klik in het emulatorvenster op om het menu te openen. —of— Klik op . |
|
2.
|
Selecteer één van de volgende opties: |
De breedte van het TI-SmartView™-venster wijzigen
Om de breedte van het TI-SmartView™-emulatorvenster te wijzigen:
|
▶
|
Klik op de rechterrand van het paneel en versleep deze tot de gewenste breedte. |
De afmeting van het scherm in de werkruimte veranderen
Gebruik in de rekenmachinemodus de schuifschaal om de grootte van het scherm te veranderen.
|
▶
|
Verschuif de schuifknop naar het gewenste schaalpercentage. De schaalschuifknop bevindt zich helemaal rechts van de statusbalk, onderin het TI-Nspire™-venster. De schaalpercentages lopen van 100% tot 200%. De standaardschaal is 150%. |
Opmerking: Als de computermodus geselecteerd is, kunt u de grootte van de werkruimte niet veranderen.