Meetkundige objecten meten en transformeren
Objecten meten
| 1. | Tik op Extra , selecteer Meting en selecteer het type meting, zoals Lengte. (Ga in de toepassing Grafieken naar Meetkunde > Meten > Lengte.) |
| 2. | Tik op het object dat u wilt meten. |
|
Type meting |
Gebruik voor het meten van... |
||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Lengte |
|
||||||||||||
|
oppervlak |
De oppervlakte van een cirkel, ellips, veelhoek, rechthoek of driehoek |
||||||||||||
|
Helling |
De helling van een lijn, halve lijn, lijnstuk of vector |
||||||||||||
|
Hoek |
Hoeken van 0° tot 180° (0 tot n radialen in de toepassing Grafieken) |
||||||||||||
|
Gerichte hoek
|
Gerichte hoeken in het bereik van 0° tot 360° (0 radialen tot 2π radialen) en van -360° tot 0° (-2π radialen tot 0 radialen). |
Objecten transformeren
| 1. | Tik op Extra , selecteer Transformatie en selecteer het type transformatie, zoals Symmetrie. (Ga in de toepassing Grafieken naar Meetkunde > Transformatie > Symmetrie .) |
| 2. | Tik op het object dat u wilt transformeren. |
| 3. | Tik op een plaats, een bestaand punt of op een ander object om de transformatie te creëren. |
, selecteer 


