1. | Selecteer in de 3D-Grafiekweergave de optie 3D Grafiek Invoeren/Bewerken > Parametervoorstelling. |
De invoerregel verschijnt.
2. | Typ de vergelijkingen die de grafiek definiëren. |
3. | Druk op Enter om de grafiek te tekenen en de invoerregel en het toetsenbord te verbergen. U kunt de invoerregel altijd verbergen of weergeven door op Ctrl+G te drukken. |
4. | Om de grafiekparameters tmin, tmax, umin en umax in te stellen opent u het contextmenu van de grafiek en selecteert u Bewerken Parameters. |