Wizards gebruiken
Sommige functies in de Catalogus hebben een wizard die u helpt bij het invoeren van elk argument. Functies die ondersteund worden met een wizard, zijn aangegeven met het toverstafsymbool (
).
Wizards inschakelen
| 1. | Tik op om het TI-Nspire™-toetsenbord te verbergen, indien dit wordt weergegeven. |
| 2. | Tik op Hulpprogramma's en ga vervolgens naar Catalogus. De Wizard voor Extra staat standaard UIT. |
| 3. | Schuif de knop naar rechts om de Wizard voor Extra in te schakelen. |
| 4. | Selecteer de functie die u wilt invoegen. (De functie moet wizardondersteuning hebben.) |
| 5. | Tik op Gereed. |
De wizard opent en helpt u met het invoeren van elk argument voordat de functie ingevoegd wordt op de invoerregel.
| 6. | Voer de argumenten in die nodig zijn voor de geselecteerde functie. |
Opmerking: indien het toetsenbord nodig is om het invoeren te voltooien, dan opent het wanneer u op het veld tikt.
| 7. | Tik indien nodig op OK om de invoer van elk argument te voltooien voor de geselecteerde functie. |
De geselecteerde functie wordt ingevoegd op de invoerregel van Rekenmachine
Opmerking: indien een Catalogusfunctie een gedefinieerde variabele vereist, dan moet u de variabele definiëren alvorens u het Catalogusitem kunt invoegen.
om het TI-Nspire™-toetsenbord te verbergen, indien dit wordt weergegeven.
en ga vervolgens naar