Variabelen benoemen
Variabele- en functienamen die u creëert, moeten voldoen aan de volgende naamgevingsregels.
Opmerking: in het onwaarschijnlijke geval dat u een variabele creëert met dezelfde naam als een variabele die gebruikt wordt voor statistische analyse of door de Financiële oplosser zou er een fout kunnen optreden. Als u begint met het invoeren van een variabelenaam die reeds in gebruik is in de huidige opgave, geeft de software die invoer vetgedrukt weer om u dit te laten weten.
• | Variabelenamen moeten één van de vormen xxx of xxx.yyy hebben. Het xxx-gedeelte kan 1 tot 16 tekens bevatten. Het yyy-gedeelte, indien gebruikt, kan 1 tot 15 tekens bevatten. Als u de xxx.yyy-vorm gebruikt, dan zijn zowel xxx als yyy vereist; u kunt een variabelenaam niet beginnen of eindigen met een punt “.” |
• | Tekens kunnen bestaan uit letters, cijfers en het onderstrepingsteken (_). Letters kunnen Amerikaanse of Griekse letters zijn (maar niet P of p), letters met accenten en internationale letters. |
• | Gebruik niet c of n uit het symboolpalet om een variabelenaam te construeren zoals c1 of n12. Deze tekens kunnen letters lijken, maar ze worden intern behandeld als speciale symbolen. |
• | U kunt hoofdletters of kleine letters gebruiken. De namen AB22, Ab22, aB22 en ab22 verwijzen allemaal naar dezelfde variabele. |
• | U kunt geen cijfer als het eerste teken van xxx of yyy gebruiken. |
• | U kunt cijfers 0 tot en met 9 gebruiken, Amerikaanse letters, a - z, Latijnse en Griekse letters (maar niet p) als subscripts (bijvoorbeeld a2, qa, of h2o). Om een subscript in te voeren tijdens het typen van een variabelenaam selecteert u in Wiskundesjablonen of op de opmaakwerkbalk. |
• | Gebruik geen spaties. |
• | Als u wilt dat de variabele behandeld wordt als een complex getal, gebruik dan een onderstrepingsteken als het laatste teken van de naam. |
• | CAS: Als u wilt dat een variabele behandeld wordt als een type eenheid (zoals _m of _ft), gebruik dan een onderstrepingsteken als het eerste teken van de naam. U kunt niet meerdere opeenvolgende onderstrepingstekens gebruiken in de naam. |
• | U kunt een onderstrepingsteken niet gebruiken als het eerste teken van de naam. |
• | U kunt geen vooraf toegewezen variabele-, functie- of commandonaam gebruiken zoals Ans, min of tan. |
Opmerking: zie de Referentiehandleiding voor een volledige lijst van TI-Nspire™-functies.
• | Voor bibliotheekdocumenten en bibliotheekobjecten zijn er aanvullende beperkingen bij de naamgeving. Zie voor meer informatie het hoofdstuk “Bibliotheken” van de documentatie. |
Hier zijn een paar voorbeelden:
Variabelenamen |
Geldig? |
Mijnvar, mijn.var |
Ja |
Mijn var, lijst 1 |
Nee. Bevat een spatie. |
a, b, b12, b12, c, d |
Ja Let er op dat variabelen b12 en b12 verschillend zijn. |
|
Nee. Toegekend aan een systeemfunctie of -variabele. |
Log1, lijst1.a, lijst1.b |
Ja |
3rdeTotaal, lijst1.1 |
Nee. xxx of yyy begint met een cijfer. |