Titelbalk. Toont de naam van de software. De knoppen voor minimaliseren, maximaliseren en sluiten bevinden zich in de rechterhoek. 

Menubalk. Bevat opties die gebruikt worden om met bestanden te werken en systeeminstellingen te wijzigen. In de werkruimte Inhoud zijn dit Bestand, Bewerken, Beeld, Tools, Venster en Help.

Werkruimte-kiezer. Klik op deze tabbladen om te wisselen tussen de werkruimte Inhoud en de werkruimte Documenten.

Werkbalk. Bevat snelkoppelingen naar tools die gebruikt worden om mappen te creëren, bestanden op te slaan, lespakketten te creëren, bestanden naar rekenmachines te verzenden en om te kopiëren/plakken. De opties op de werkbalk zijn afhankelijk van de werkruimte die geopend is. In de werkruimte Inhoud fungeren de pijltjes voor vooruit en achteruit op dezelfde manier als in een webbrowser om tussen verschillende locaties heen en weer te gaan.

Bronnenpaneel Hiermee kunt u bestanden op uw computer opzoeken en bekijken, toegang krijgen tot weblinks en bestanden op aangesloten rekenmachines. Wanneer u een bron selecteert, worden de details van die bron in het inhoudpaneel weergegeven.

Navigatiebalk. Navigeer naar een locatie op uw computer door te klikken op een item in het kruimelpad. Wanneer u een bron selecteert, zijn de beschikbare opties specifiek voor die bron.

Paneel Inhoud. Toont de inhoud voor de geselecteerde bron. Gebruik het paneel Inhoud op dezelfde manier als u bestandsbeheer gebruikt, om mappen, lespakketten, TI-Nspire™- en PublishView™-documenten op uw computer of op aangesloten rekenmachines te zoeken en te bekijken. Klik op voor opties die van toepassing zijn op de geselecteerde map of het TI-Nspire™-document.