Interface van de Verzendtool
Het dialoogvenster Verzendtool bevat een tabblad Setup en een tabblad Status.
Tabblad Setup
Met het tabblad Setup kunt u bestanden selecteren die u wilt overzenden en kunt u een doelmap selecteren.
Het tabblad Setup bevat de volgende functies:
Functie |
Beschrijving |
Toevoegen aan de verzendlijst |
Klik om bestanden of mappen aan de Verzendlijst toe te voegen. De Verzendlijst geeft de Bestandsnaam (of mapnaam), de Doelmap en de Grootte (in KB) van het bestand of de map die u wilt overzenden. |
Selectie verwijderen |
Klik om geselecteerde bestanden en mappen uit de Verzendlijst te verwijderen. Deze optie wordt actief wanneer u bestanden aan de Verzendlijst toevoegt. |
Verwijder alle bestanden en mappen vóór verzending |
Vink deze optie aan om alle bestanden en mappen op een rekenmachine te verwijderen vóór het overzenden van bestanden. |
Doelmap bewerken |
Selecteer deze optie om de doelmap voor de te verzenden bestanden te veranderen . |
Tabblad Status
Het tabblad Status is alleen actief als het overzenden bezig is.
Wanneer u het overzenden start, schakelt de Overzendtool automatisch over naar het tabblad Status. Met het tabblad Status kunt u de voortgang en de status van bestanden bekijken terwijl deze worden overgezonden, en krijgt u de volgende informatie:
Informatie |
Beschrijving |
||||||||||||
Bestandsnaam |
Geeft de bestandsnaam en -extensie aan |
||||||||||||
Map/Rekenmachinenummer |
Geeft de doelmap en het rekenmachinenummer aan. |
||||||||||||
Status |
Geeft de Status voltooiing, de voortgangsbalk of eventuele foutmeldingen aan. Foutmeldingen:
|
Opmerkingen:
• | Als er geen verzending plaats vindt, wordt het volgende bericht weergegeven: “Er zijn geen overzendingen actief. Gebruik het tabblad Setup om het overzenden te configureren en te starten." |
• | Tijdens het overzenden zijn er geen opties beschikbaar in het tabblad Setup. |