Werken met de geëmuleerde rekenmachine

Om gegevens in te voeren en met bestanden op de emulator te werken kunt u het computertoetsenbord, het TI-SmartView™-toetsenbord, TI-Nspire™-menu's en -pictogrammen of een willekeurige combinatie daarvan gebruiken.

Opmerking: Binnen één commando kunt u geen combinatie van het toetsenbord op het scherm en het gewone toetsenbord gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet Ctrl op het toetsenbord indrukken en op b op de emulator klikken om een contextmenu te openen.

Over het algemeen kunt u elke functie in de TI-SmartView™-emulator uitvoeren, die u ook op de rekenmachine kunt uitvoeren. Toetsen en toepassingen werken op dezelfde manier.

Opmerking: Als u overschakelt naar de computermodus, kunt u de meeste toetsen op de geëmuleerde rekenmachine of het geëmuleerde toetsenbord blijven gebruiken en worden alle toetsaanslagen weergegeven in het werkgebied. Sommige toetscombinaties werken echter alleen in de rekenmachinemodus.

Als u op toetsen op de emulator klikt of drukt op toetsen op het toetsenbord die toetsen op de emulator activeren, dan veranderen die toetsen van kleur, waardoor uw leerlingen de toetsaanslagen makkelijker kunnen volgen. De laatst geselecteerde toets blijft gemarkeerd.

In de docentensoftware zijn het emulatorscherm en het zijscherm beide interactief. U kunt op pictogrammen en menu-opties klikken op beide schermen. U kunt ook op de rechtermuisknop klikken om menu's op beide schermen weer te geven.

Alle sneltoetsen en pijltjesfuncties van de rekenmachine werken ook vanaf het computertoetsenbord. Bijvoorbeeld: om een document op te slaan kunt u op / S op het geëmuleerde toetsenbord klikken, of u kunt op Ctrl + S op het computertoetsenbord drukken. Druk bij het gebruiken van een Mac®, op “ + S.