Sessielogboeken beheren

Het systeem genereert automatisch de volgende csv-bestanden (bestanden met door komma's gescheiden waarden) en slaat ze op in de map SessionLogs. Iedere keer dat u de TI-Nspire™-software start, worden logbestanden toegevoegd aan het logboek van de vorige dag, om een volledig dossier bij te houden.

Bestand Activities.csv. Activiteiten die tijdens de les plaatsvinden, worden in dit bestand geregistreerd.
Bestand ActivityTypes.csv. Dit bestand is een opzoektabel waarnaar het systeem verwijst wanneer een gebruiksrapport wordt gegenereerd.
Bestand Attendance.csv. Informatie over iedere leerling die zich aanmeldt voor een sessie, wordt in dit bestand geregistreerd.
Bestand ClassSession.csv. Informatie voor alle lessessies wordt in dit bestand geregistreerd.

Het bestand Activiteiten gebruiken

Het systeem registreert in dit bestand informatie over de activiteiten die tijdens de lesplaatsvonden. Deze informatie omvat:

ClassSessionID. Klasidentificatienummer dat uniek is voor het subsidieprogramma.
ClassName. Naam van de klas of les zoals gedefinieerd in de software.
ActivityTypeID. Type activiteit dat tijdens de les plaatsvond. De identificatie (het ID) komt overeen met de activiteitstypes die in het bestand Activiteitstype zijn gedefinieerd.
ActivityDetail. Aanvullende gegevens over het activiteitstype als die er zijn.
ActivityStart. Tijd waarop de activiteit startte.
ActivityEnd. Tijd waarop de activiteit eindigde.
NumStudent. Aantal leerlingen dat aan deze activiteit deelnam.

Het bestand ActivityTypes gebruiken

Het bestand ActivityTypes is een opzoektabel die codes voor het identificeren van activiteitstypes en een korte beschrijving van iedere activiteit bevat.

Activiteits-id

Beschrijving

SC

Schermvastlegging

CF

Bestand inzamelen

DF

Bestand verwijderen

SF

Bestand verzenden

RD

Opnieuw versturen

SP

Opslaan in portfolio

CM

Ontbrekende bestanden verzamelen

SM

Ontbrekende verzenden

US

Ongevraagd verzenden

LP

Live Presenter

QP-MC

Snelle peiling - Meerkeuze

QP-OR

Snelle peiling - Open vraag

QP-EQ

Snelle peiling - Vergelijkingen

QP-CE

Snelle peiling - Chemische uitdrukking

QP-EX

Snelle peiling - Uitdrukkingen

QP-IL

Snelle peiling - Afbeelding met labels

QP-IP

Snelle peiling - Afbeelding met punt(en)

QP-CP

Snelle peiling - Coördinaten

QP-LS

Snelle peiling - Lijsten & Spreadsheet

Het bestand Aanwezigheid gebruiken

Het systeem legt in het bestand Attendance informatie vast over iedere leerling die zich bij een sessie aanmeldt. Deze informatie omvat:

Class ID. Het klasidentificatienummer dat uniek is voor het subsidieprogramma.
Class Name. Naam van de klas of les zoals gedefinieerd in de software.
Last Name. Achternaam van de leerling.
First Name. Voornaam van de leerling.
Date and Time. Datum en tijd waarop de leerling inlogde. Wordt gebruikt om leerlingen te identificeren die op tijd inlogden en leerlingen die niet op tijd waren.
Student ID. Het ID van de leerling.

Het bestand Lessessie gebruiken

Het systeem registreert voor iedere lessessie informatie volgens het klas-id. Deze informatie omvat:

ClassSessionID. Het klasidentificatienummer dat uniek is voor het subsidieprogramma.
ClassName. Naam van de klas of les zoals gedefinieerd in de software.
Start. De tijd waarop de les begon, vastgelegd toen de docent klikte op Les beginnen.
End. De tijd waarop de les eindigde, vastgelegd toen de docent klikte op Les beëindigen.
NumStudent. Aantal leerlingen dat zich aanmeldde tijdens de les.
ClassSectionName. Naam van het lesonderdeel.
QuickPollTotalTime. Door de student bestede tijd aan Snelle peilingen.

Logbestanden beheren

Sessielogboek bestanden worden telkens wanneer TI-Nspire ™ wordt uitgeschakeld automatisch beheerd op basis van hun bestandsgrootte. Als de grootte van een van de bestanden tijdens het afsluiten groter is dan 1 MB, wordt er een back-up van elk bestand in de map SessionLogs gemaakt met de volgende namen:

Activities-bak.csv
ActivityTypes-bak.csv
Attendance-bak.csv
ClassSession-bak.csv

Opmerking: Als er al een back-upbestand bestaat, wordt het overschreven met een nieuwere versie.

De volgende keer dat de TI-Nspire ™ wordt ingeschakeld, worden er vier nieuwe, lege logbestanden gemaakt.