Chemische reactievergelijkingen invoegen in Notities
Met vakken voor reactievergelijkingen (chemie-vakken) kunt u gemakkelijk chemische formules en vergelijken typen, zoals .
Als u in een chemie-vak typt, wordt de meeste opmaak automatisch geregeld:
• | Juist hoofdlettergebruik van de meeste symbolen voor chemische elementen, zoals Ag en CL, gebeurt automatisch. |
• | Cijfers voorafgaand aan de stoffen worden behandeld als coëfficiënten en worden op maximale grootte weergegeven. Getallen na een element of een sluithaakje worden omgezet in subscript. |
• | Het "=" symbool wordt omgezet in een reactiepijl "&". |
Opmerkingen:
• | Reactievergelijkingen in een chemie-vak kunnen niet worden uitgewerkt of kloppend gemaakt. |
• | Het toepassen van hoofdletters in chemische elementen werkt mogelijk niet in alle situaties. Als u bijvoorbeeld koolstofdioxide, CO2, in wilt voeren, moet u handmatig de O als hoofdletter intypen. Anders zou het invoeren van "co" resulteren in "Co", het symbool voor kobalt. |
Een reactievergelijking invoeren
1. | Plaats in het Notities-werkgebied de cursor op de plek waar u de vergelijking wilt hebben. |
2. | Kies in het menu Invoegen de optie Chemie-vak. —of— Druk op Ctrl + E (Mac®: Druk op “+ E). |
Een leeg vak voor reactievergelijkingen wordt weergegeven.
3. | Typ de vergelijking in het vak. Om bijvoorbeeld zwavelzuur weer te geven, typt u h2sO4 waarin u de O handmatig als hoofdletter typt. |
In het chemie-vak wordt de tekstopmaak automatisch geregeld terwijl u typt:
4. | Als u superscript nodig hebt voor ionenvergelijkingen typt u een circonflexe (^) en daarna de tekst. |
5. | Gebruik haakjes om aan te geven of een chemische verbinding vast (s), vloeibaar (l), gas (g) of opgelost in water (aq) is. |
6. | Om het chemie-vak af te sluiten, klikt u ergens buiten het vak. |