Met Tekst opmaken kunt u visuele eigenschappen, zoals cursief en vetgedrukt, toepassen op de tekst.
| • | Gewone tekst. Pas de meeste combinaties toe van vet, cursief, onderstrepen, subscript, superscript en doorhalen. Selecteer lettertype en lettergrootte voor elk teken. |
| • | Tekst in een vak voor een wiskunde-uitdrukking. Pas opmaak toe en voer wiskundige exponenten en wiskundige subscripts voor variabelenamen in. Selecteer lettertype en lettergrootte. Lettergrootte is van invloed op alle tekst in het vak. |
| • | Tekst in een vak voor reactievergelijkingen. Pas opmaak toe. Selecteer lettertype en lettergrootte. Lettergrootte is van invloed op alle tekst in het vak. Superscript en subscript worden automatisch geregeld. |
Tekst selecteren
| ▶ | Sleep de cursor van het beginpunt naar het eindpunt om de tekst te selecteren. |
Rekenmachine: Als u het V&A- of Bewijs-sjabloon gebruikt, druk dan op e om de cursor in het gebied met de tekst te plaatsen. Gebruik het touchpad om de cursor aan het begin of einde van de te selecteren tekst te plaatsen. Houd g ingedrukt en gebruik het touchpad om de tekst te selecteren.
Een tekstopmaak toepassen
| 1. | Selecteer de tekst die u wilt opmaken. |
| 2. | Klik in de opmaakwerkbalk op de opmaakpictogrammen (zoals  voor vet) om ze in of uit te schakelen of klik om een lettertype en -grootte te selecteren. |
Rekenmachine: Klik op b en selecteer vervolgens Opmaak > Tekst opmaken.
De veranderingen worden op de tekst toegepast terwijl u selecties maakt.
Opmerking: De werkbalk toont alleen de pictogrammen die van toepassing zijn op het type tekst dat is geselecteerd. Zo worden superscript (
) en subscript (
) alleen weergegeven voor gewone tekst.