Het klasnetwerk een naam geven
Als het dialoogvenster Naam Klasnetwerk opent, voert u de volgende stappen uit om uw klasnetwerk een naam te geven.
1. | Vul de naam in die u wilt toewijzen aan het klasnetwerk in het veld TI-NAV-N |
Gebruik een naam die uniek, gemakkelijk te onthouden en voor u gemakkelijk te identificeren is. De naam van het klasnetwerk kan maximaal 22 tekens lang zijn. Namen kunnen bestaan uit letters, cijfers en spaties; maar kunnen geen speciale tekens bevatten, zoals ? " $ \ ! [ ] +.
2. | Klik op Volgende om het accesspoint te configureren zonder wijzigingen. |
—of—
3. | Klik op Geavanceerd om een andere bandbreedte of besturingskanaal te selecteren. |
• | Als het TI-Nspire™ Navigator™-accesspoint is aangesloten, kunt u een ander besturingskanaal selecteren. |
• | Als het TI-Nspire™ CX Navigator™-accesspoint is aangesloten, kunt u ofwel een 2,4GHz of 5GHz bandbreedte selecteren en een ander besturingskanaal selecteren. |
Opmerking: De geïnstalleerde softwareversie bepaalt welke besturingskanalen geselecteerd kunnen worden.
Belangrijk! Als u de TI-Nspire™ CX-draadloze netwerkadapter – v2 adapters gebruikt, dan kunt u ofwel de 2,4GHz of 5GHz bandbreedte selecteren. Als u een mix hebt van draadloze netwerkadapters, dan moet u de 2,4 GHz bandbreedte selecteren.
4. | Klik op Gereed. |
Het dialoogvenster Accesspoint configureren wordt geopend en de software configureert het accesspoint en past de naam toe van het klasnetwerk.
Belangrijk! Koppel het accesspoint niet los tijdens de configuratie.
Als de configuratie is voltooid, kunt u uw draadloze clients aansluiten.