Voordat u begint

Wanneer u voor de eerste keer een nieuwe versie van de TI-Nspire™ CX Premium Docentensoftware opstart met een aangesloten accesspoint of door Venster > TI-Nspire CX Navigator inschakelen te selecteren, opent en leidt de TI-Nspire™ CX Navigator™-systeemopstartwizard u door het geautomatiseerde proces om uw draadloze klaslokaal in te stellen. Voordat u met het draadloze installatieproces begint:

Zorg ervoor dat u de TI-Nspire™ CX Premium Docentensoftware op uw computer heeft geïnstalleerd en geactiveerd.

Opmerking: als u TI-Nspire™ draadloze netwerkadapters gebruikt, hoeft u deze niet op te laden. De draadloze netwerkadapters worden gevoed door de rekenmachines.

Koppel het TI-Nspire™ Navigator™-accesspoint of het TI-Nspire™ CX Navigator™-accesspoint los van uw computer.

Automatisch systeem opstarten

Wanneer u de software opstart, zal opstartwizard u door de stappen leiden die nodig zijn om:

Het updaten van alle rekenmachines van leerlingen en klassen met de nieuwste versie van het besturingssysteem. Het besturingssysteem op de rekenmachines moet overeenkomen met de softwareversie geïnstalleerd op uw computer.

Belangrijk! Bij het updaten van het besturingssysteem moeten rekenmachines aangesloten zijn op de computer via een USB-kabel of een TI-Nspire™ CX-dockingstation.

Het klasnetwerk een naam geven.
Indien nodig een kanaal voor het accesspoint selecteren.
Draadloze clients toevoegen aan uw netwerk.
Een back-up maken van de configuratie van het klasnetwerk.