Werken met rijen en kolommen met gegevens
| ▶ | Ga om een kolom te selecteren naar de bovenste cel van de kolom en klik op de kolomletter. Ga om een rij te selecteren naar de meest linkse cel van de rij en klik op het rijnummer. Om de selectie te annuleren drukt u op Esc |
Rekenmachine: Houd ▲ ingedrukt om voorbij de bovenste cel te komen of houd ◄ ingedrukt om voorbij de meest linkse cel te komen.
| ▶ | Om een selectie uit te breiden naar aangrenzende rijen of kolommen houdt u Shift ingedrukt en drukt u op ◄, ►, ▲ of ▼. |
| 1. | Klik op de rij of kolom waarvan u de afmetingen wilt aanpassen. |
| 2. | Selecteer in het menu Acties de optie Afmetingen aanpassen en selecteer vervolgens een optie. |
| 3. | Kies een optie voor het aanpassen van de afmetingen van een kolom of rij. |
| - | Kies voor een kolom Kolombreedte aanpassen, Kolombreedte maximaliseren of Kolombreedte minimaliseren. |
| - | Voor een rij kunt u kiezen voor Rijhoogte aanpassen. |
De tools die de kolombreedte minimaliseren en maximaliseren werken automatisch. U moet de grootte handmatig aanpassen om de tools Kolombreedte aanpassen en Rijhoogte aanpassen te gebruiken.
| 4. | Om de afmetingen handmatig aan te passen gebruikt u ◄ en ► om de afmetingen van de kolom aan te passen of ▲ en ▼om de afmetingen van de rij aan te passen. Vervolgens drukt u op Enter. |
| 1. | Selecteer een kolom of rij waarin u de nieuwe gegevens wilt invoegen |
| 2. | Selecteer in het menu Invoegen de optie Rij of Kolom. |
| - | Als u een rij invoegt, schuiven de resterende rijen omlaag om ruimte te creëren voor de nieuwe rij. |
| - | Als u een kolom invoegt, schuiven de resterende kolommen naar rechts om ruimte te creëren. |
Opmerking: als andere cellen formules bevatten met relatieve verwijzingen naar een verplaatste rij of kolom, dan worden die verwijzingen overeenkomstig aangepast.
U kunt een rij, kolom, groep rijen of groep kolommen verwijderen Wanneer u een rij of kolom verwijdert, schuiven de overige rijen of kolommen omhoog of naar links om het gat op te vullen
| 1. | Klik op de kolom of rij die u wilt verwijderen |
| 2. | (Optioneel) Om aangrenzende rijen of kolommen te verwijderen houdt u Shift ingedrukt en drukt u op ◄, ►, ▲ of ▼. |
| 3. | Het contextmenu weergeven. |
| - | Windows®: Rechts-klik op de geselecteerde rij. |
| - | Mac®: Houd de toets “ ingedrukt en klik op de geselecteerde rij. |
| - | Rekenmachine: Druk op / b. |
| 4. | Selecteer in het contextmenu Rij verwijderen. |
De geselecteerde rijen of kolommen worden gewist.
Opmerking: als andere cellen formules bevatten die verwijzen naar de gewist rij of kolom, dan geven die cellen een fout weer. Relatieve verwijzingen naar cellen waarvan de posities zijn veranderd door het wissen worden overeenkomstig aangepast.
| 1. | U kunt op de rijletter klikken om een rij te kopiëren, of op het kolomnummer om een kolom te kopiëren. |
| 2. | (Optioneel) Om aangrenzende rijen of kolommen te kopiëren houdt u Shift ingedrukt en drukt u op ◄, ►, ▲ of ▼. |
| 3. | De rij of kolom kopiëren: |
Windows®: Druk op Ctrl+C.
Mac®: Druk op "+C.
Rekenmachine: Druk op / C.
| 4. | Ga naar een willekeurige cel in de rij of kolom waarin u de gekopieerde items wilt plaatsen |
| 5. | De rij of kolom plakken: |
Windows®: Druk op Ctrl+V
Mac®: Druk op "+V.
Rekenmachine: Druk op / V.
De gekopieerde rij of kolom wordt op die plaats geplakt en de eerdere inhoud wordt vervangen.
Opmerking: als u een kolom die een naam heeft kopieert, dan wordt deze geplakt zonder de naam, om een variabeleconflict te voorkomen.
| 1. | Klik op de kolom die u wilt verplaatsen. |
| 2. | Selecteer in het menu Acties de optie Kolom verplaatsen. |
Er verschijnt een invoegbalk.
| 3. | Druk op ◄ of ► om de invoegbalk op de nieuwe positie van de kolom te plaatsen, en druk vervolgens op Enter. |
Opmerking: relatieve verwijzingen naar een cel waarvan de positie beïnvloed wordt door de verplaatsing worden overeenkomstig aangepast.
U kunt kiezen om de berekende resultaten van een kolom in Exacte (breuk) of Benaderde (decimaal) vorm weer te geven. Dit heeft alleen invloed op de waarden die met een formule zijn berekend.
| 1. | Selecteer de kolom door op de kolomletter bovenaan de kolom te klikken. |
Rekenmachine: Houd ▲ ingedrukt om voorbij de bovenste cel te komen.
| 2. | Het contextmenu voor de kolom weergeven. |
| 3. | Klik op het contextmenu op Gegevens > Exact of Gegevens > Benaderd. |
Opmerking: Om de kolomresultaten te herstellen naar de standaardinstelling van het document, selecteert u de kolom en klikt u op Gegevens > Documentinstelling herstellen.
Met de opdracht Gegevens wissen kunt u de gegevens uit de geselecteerde kolommen wissen. Gegevens wissen verwijdert de kolom niet en wist de lijstnaam of kolomformule van een kolom niet.
Na het wissen van de gegevens berekent Lijsten & Spreadsheet de kolomformules voor de geselecteerde kolommen opnieuw Dit maakt de opdracht Gegevens wissen geschikt voor het vastleggen van een nieuwe verzameling gegevens uit een andere toepassing, of voor het selectief genereren van een nieuwe kolom met toevalsgetallen
| 1. | Klik op de kolom of kolommen die u wilt wissen. |
| 2. | Selecteer in het menu Gegevens de optie Gegevens wissen. |
Opmerking: Als een opnieuw berekende formule dezelfde gegevens produceert als daarvoor, dan kan het lijken of de opdracht Gegevens wissen is mislukt
Een rij of kolom selecteren