Persoonlijke en openbare bibliotheekobjecten
Wanneer u een bibliotheekobject definieert, dan benoemt u dit als persoonlijk (LibPriv) of openbaar (LibPub).
Define a=5
a is geen bibliotheekobject.
Define LibPriv b={1,2,3}
b is een persoonlijk bibliotheekobject.
Define LibPub func1(x)=x^2 - 1
func1 is een openbaar bibliotheekobject.
Een persoonlijk bibliotheekobject verschijnt niet in de Catalogus, maar u kunt het openen door de naam ervan in te typen. Persoonlijke objecten zijn handig als bouwstenen die basistaken op laag niveau uitvoeren. Persoonlijke bibliotheekobjecten worden doorgaans opgeroepen door de openbare functies en programma's.
Een openbaar bibliotheekobject verschijnt in het bibliotheektabblad van de Catalogus nadat u de bibliotheken heeft vernieuwd. U kunt een openbaar bibliotheekobject openen via de Catalogus of door de naam ervan in te typen.
Macintosh®: In versie 1.4 van de software mag de naam van een bibliotheekdocument geen tekens met toevoegingen bevatten, zoals Ö, á of ñ.
Opmerking: in bibliotheekprogramma's en functies die als openbaar gedefinieerd zijn, wordt automatisch een commentaarregel (©) onmiddellijk na de Prgm- of Func-regel getoond als hulp in de Catalogus. U kunt hier bijvoorbeeld een syntax-geheugensteuntje weergeven.
Korte en lange namen gebruiken
Steeds wanneer u in dezelfde opgave bent waarin een object gedefinieerd is, kunt u dit openen door de korte naam ervan in te voeren (de naam die gegeven is in het Define-commando van het object). Dit geldt voor alle gedefinieerde objecten, zowel persoonlijke, openbare als niet-bibliotheek-objecten.
U kunt een bibliotheekobject openen vanuit elk document door de lange naam van het object in te typen. Een lange naam bestaat uit de naam van het bibliotheekdocument van het object, gevolgd door een backslash “\”, gevolgd door de naam van het object. Bijvoorbeeld: de lange naam van het object func1 in het bibliotheekdocument lib1 is lib1\func1. Druk op g p om het teken “\” te typen op de rekenmachine.
Opmerking: als u de precieze naam of de volgorde van argumenten voor een persoonlijk bibliotheekobject niet meer weet, dan kunt u het bibliotheekdocument openen of de Programma-editor gebruiken om het object te bekijken. U kunt ook getVarInfo gebruiken om een lijst van objecten in een bibliotheek te bekijken.