Instellen van de Labslede voor het verzamelen van gegevens.
Voordat u de Labslede kunt gebruiken om gegevens te verzamelen, moet u de slede aansluiten op een rekenmachine of computer om de verzamelparameters te definiëren.
De Labslede aansluiten
Om een rekenmachine aan te sluiten op een Labslede schuift u de rekenmachine in de connector onderin de Labslede. Om de rekenmachine aan de Labslede te vergrendelen duwt u de vergrendeling omhoog met de rekenmachine naar boven gericht. Druk de vergrendeling omlaag om de rekenmachine vrij te geven.
U kunt ook een aansluiting maken met de rekenmachine door de kabel van de rekenmachine in de USB-poort van de Labslede te steken. Met deze verbinding kunt u gegevens van de Labslede overzetten naar de rekenmachine wanneer u gegevens hebt verzameld in de stand-alone-modus.
Om de Labslede te verbinden met een computer steekt u de kabel van de mini-USB-aansluiting in de mini-USB-poort van de Labslede. Steek vervolgens de standaard USB-connector van de kabel een USB-poort op de computer.
Verzamelingsparameters definiëren
U moet de TI-Nspire™-software op uw computer of rekenmachine geïnstalleerd hebben. Gebruik de ingebouwde Vernier DataQuest™-toepassing voor het volgende:
| • | Aanpassen van de sensorinstellingen. |
| • | Instellen van gegevensverzamelingsmodi. |
| • | Definiëren van activering. |
Zie voor meer informatie de TI-Nspire™ Handleiding voor gegevensverzameling en -analyse.