Analoge poorten. De drie BT-analoge poorten die worden gebruikt om analoge sensoren aan te sluiten. De andere kant van de slede heeft twee digitale poorten voor digitale sensoren.

Batterijpaneel en compartiment. Het compartiment is de plaats waar de oplaadbare batterij zich bevindt. Het deksel is met twee kruiskopschroeven- aan de Labslede bevestigd.

Digitale poorten. De twee digitale poorten worden gebruikt om digitale sensoren aan te sluiten.

Reset-toets. Druk op deze toets om het besturingssysteem opnieuw te starten wanneer de Labslede niet reageert op opdrachten. Gegevens kunnen verloren gaan wanneer de Labslede opnieuw wordt gestart.

Activering. Deze toets indrukken is één van de methoden voor het vastleggen van gegevens van aangesloten sensoren. Gebruik deze activering wanneer u de Labslede gebruikt als een zelfstandig gegevensverzamelingsapparaat.

Label. Geeft het serienummer en andere informatie over de hardware weer.

Rekenmachine-aansluitpunt voor overzenden. Wordt gebruikt om de rekenmachine en Labslede op elkaar aan te sluiten om gegevens te verzamelen of over te zenden.