Het TI-Nspire™ touchpad gebruiken

Gebruik het touchpad om te navigeren of om de taken uit te voeren die uitgevoerd kunnen worden met de pijltjes- en Enter-toetsen. Gebruik het touchpad op twee manieren om te navigeren:

Gebruik het als een computertouchpad door uw vingertop over het midden van het touchpad te schuiven om het cursorpijltje te activeren en te verplaatsen. Klik of tik in het midden van het touchpad om een menuoptie te selecteren of een actie uit te voeren.
Druk op de pijltjestoetsen aan de buitenrand van het touchpad om de cursor omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te bewegen en klik vervolgens op e x of druk op · om een actie uit te voeren.

Als u een pijltjestoets ingedrukt houdt, blijft de cursor in die richting bewegen.

Opmerking: Als het cursorpijltje zichtbaar is op een commando of bestand, klik of tik dan op x in het midden van het touchpad om dat commando of bestand te selecteren. Als het commando of bestand gemarkeerd is, beweeg dan over dat item of druk op · om het te selecteren.

Als u in een toepassing werkt, kunt u het touchpad gebruiken om meer informatie te krijgen over opgaven. Als u bijvoorbeeld met de cursor over een Grafieken & Meetkunde-object beweegt, dan ziet u informatie over welke variabelen er in dat object gebruikt worden en welke tools beschikbaar zijn.

Sommige gebruikers geven er de voorkeur aan om hun touchpadinstellingen te veranderen; om de cursor sneller of langzamer te maken of om tikken-om-te-klikken in te schakelen . Zie voor het wijzigen van de standaardinstellingen voor het touchpad De TI-Nspire™ CX-rekenmachine configureren.