De tool Verbergen/Weergeven maakt objecten zichtbaar die u eerder als verborgen hebt geselecteerd en laat u selecteren welke objecten u wilt verbergen of tonen.
Opmerking: Als u een grafiek verbergt, wordt de uitdrukking ervan automatisch gemarkeerd als verborgen in de grafiekgeschiedenis.
| 1. | Selecteer in het menu Acties de optie Verbergen/Weergeven. |
De tool Verbergen/Weergeven verschijnt boven in het werkgebied en de op dat moment verborgen items (indien aanwezig) worden in grijs weergegeven.
| 2. | Klik op een object om te wisselen tussen weergeven/verbergen. U kunt grafieken, meetkundige objecten, tekst, labels, metingen en afzonderlijke eindwaarden van assen verbergen. |
| 3. | Druk op Esc om de selectie te voltooien en de tool te sluiten. |
Alle objecten die u als verborgen hebt geselecteerd, verdwijnen.
| 4. | Om de verborgen objecten tijdelijk te bekijken of ze als weergegeven objecten te herstellen, opent u de tool Verbergen/Weergeven. |