Punten op objecten animeren
U kunt elk punt animeren dat gecreëerd is als een punt op een object of grafiek. Er kunnen meerdere punten gelijktijdig geanimeerd worden.
Een punt animeren
| 1. | Selecteer in het menu Acties de optie Eigenschappen. |
| 2. | Klik op het punt om de eigenschappen ervan weer te geven. |
| 3. | Druk op ▼ om de animatie-eigenschappen te selecteren. |
| 4. | Druk op ◄ of ► om unidirectionele of wisselende animatie te kiezen. |
| 5. | Voer een waarde in voor de animatiesnelheid. Elke snelheid die niet gelijk is aan nul start de animatie. Om de richting om te keren voert u een negatieve waarde in. |
| 6. | Druk op Enter om de animatiebedieningen weer te geven.   . |
| 7. | Druk op ESC om de tool Eigenschappen te sluiten. |
| ▶ | Klik op de Pauze knop om alle animaties op een pagina te pauzeren. |
| ▶ | Om alle animaties te hervatten klikt u op Afspelen  . |
Resetten pauzeert alle animaties en zet alle geanimeerde punten terug naar de posities die ze innamen toen ze voor het eerst geanimeerd werden.
| ▶ | Om een animatie te resetten klikt u op Reset . |
| 1. | Klik op Reset om alle animaties te beeindigen. |
| 2. | Selecteer in het menu Acties de optie Eigenschappen. |
| 3. | Klik op het punt om de eigenschappen ervan weer te geven. |
| 4. | Selecteer de animatieeigenschap en voer een nieuwe animatiesnelheid in. Om de animatie van het punt uit te beeindigen voert u nul in. |
Opmerking: als er andere geanimeerde punten bestaan, blijven de knoppen voor het bedienen van animaties in het werkgebied.