Documenten afdrukken
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
|
2.
|
Opties voor de printopdracht instellen |
|
•
|
Printer - selecteer uit de lijst van aanwezige printers |
|
•
|
Wat afgedrukt kan worden: |
|
-
|
Alles afdrukken - print iedere pagina op een apart vel |
|
-
|
Zichtbaar scherm - print geselecteerde pagina's met extra lay-out opties (zie Lay-out hieronder) |
|
•
|
Printbereik - Klik op 'alle pagina's' of klik op 'paginabereik' en stel de begin- en eindpagina in. |
|
-
|
Oriëntatie (staand of liggend) |
|
-
|
Het aantal TI-Nspire™-pagina's (1, 2, 4 of 8) dat op elk vel geprint moet worden (alleen beschikbaar bij de optie Zichtbaar scherm) Standaard is dit 2 pagina's per vel |
|
-
|
Of er ruimte onder elke afgedrukte TI-Nspire™-pagina moet overblijven voor notities (alleen beschikbaar bij de optie Zichtbaar scherm) |
|
-
|
Marges (van 0,25 inch tot 2 inch) De standaardmarge is 1,27 cm aan alle randen |
|
•
|
Toe te voegen documentatie informatie: |
|
-
|
Naam van de opgave, inclusief de optie om de pagina's te groeperen per opgave |
|
-
|
Paginalabel (zoals 1.1 of 1.2) onderaan iedere pagina |
|
-
|
Kopregel van de pagina (maximaal twee regels) |
|
-
|
Documentnaam in de voettekst |
|
3.
|
Klik op , of klik op . |
Opmerking: Om de standaardinstellingen voor het afdrukken te herstellen klikt u op .
Afdrukvoorbeeld gebruiken
|
•
|
Klik op het vakje om te schakelen naar het voorbeeldvenster |
|
•
|
Klik op de pijltjes aan de onderzijde van het voorbeeldvenster om door de voorbeeldweergave te bladeren. |