Bestanden en mappen overzenden
Docenten kunnen de functie Verzendtool van de TI-Nspire™ CX Premium docentensoftware, TI-Nspire™ CX docentensoftware of TI-Nspire™ CX Navigator™ docentensoftware gebruiken om aangesloten rekenmachines in een dockingstation opnieuw te laden met een gemeenschappelijke set van mappen en bestanden of om het OS op de rekenmachines te upgraden met een bestaand besturingssysteem.
Om inhoud van of naar aangesloten TI-Nspire™ CX-rekenmachines over te zenden, moet rekenmachine-OS versie 3.0 of hoger op alle rekenmachines geïnstalleerd zijn.
Status en instellingen bekijken
Docenten kunnen ook de status en instellingen van aangesloten rekenmachines bekijken. Als u de Verzendtool gebruikt, moet het dockingstation zijn aangesloten op de computer van de docent via een USB-kabel die in een beschikbare USB-poort is geplugd.
Ondersteunde bestandstypes
U kunt de volgende bestandstypes naar aangesloten rekenmachines overzenden:
Bestandstype |
Extensie |
TI‑Nspire™-document |
.tns |
Gebundeld lespakketbestand |
.tilb |
Rekenmachine-besturingssysteem bestanden |
|
TI-Nspire™ CX rekenmachine |
.tco |
TI-Nspire™ CX CAS rekenmachine |
.tcc |
TI-Nspire™ CX II-rekenmachine |
.tco2 |
TI-Nspire™ CX II CAS rekenmachine |
.tcc2 |
TI-Nspire™ CX II-T rekenmachine |
.tct2 |
TI-Nspire™ CX II-T CAS-rekenmachine |
.tcc2 |
TI-Nspire™ CX II-CT CAS-rekenmachine |
.tcc2 |
TI-Nspire™-rekenmachine |
.tno |
TI-Nspire™ CAS rekenmachine |
.tnc |
Met behulp van de Verzendtool kunt u kiezen om bestanden over te zenden naar alle aangesloten rekenmachines, of om bestanden over te zenden naar geselecteerde rekenmachines in het dockingstation.
Bestanden en mappen overzenden naar rekenmachines
Gebruik de Verzendtool om mappen of bestanden te selecteren die op uw computer zijn opgeslagen en deze over te zenden naar rekenmachines in het TI-Nspire™ dockingstation. Als het overzenden eenmaal is begonnen, gaat dit door totdat u het proces stopt. U kunt geen andere bestanden selecteren totdat het overzenden voltooid is of totdat u het overzenden stopt.
U kunt een rekenmachine uit een dockingstation verwijderen wanneer de bijbehorende LED indicator Overzendstatus aangeeft dat het overzenden voltooid is. U kunt een andere rekenmachine in de lege sleuf plaatsen, de bestanden zullen nu ook naar deze rekenmachine worden overgezonden tenzij u het overzenden stopt.
Zie voor meer informatie over het gebruik van de Overzendingstool de volgende handleidingen:
• | Handleiding TI-Nspire™ CX Premium Docenten Software |
• | Handleiding TI-Nspire™ CX Teacher Software |
• | Handleiding TI‑Nspire™ CX Navigator™ Teacher Software |
Overzendstatus bekijken op het dockingstation
De LED indicators voor Overzendstatus onder elke sleuf op de voorkant van het dockingstation geven basisinformatie over de status van het overzenden voor de rekenmachine in de betreffende sleuf.
Het LED-lampje voor Overzendstatus zit rechts van het overzendsymbool (Ÿ) .
Ÿ |
LED indicator overzendstatus |
|
• | De LED indicator is uit als de rekenmachines gewoon aan het opladen zijn en er geen overzendactiviteiten plaatsvinden. |
• | Een continu brandend groen lampje geeft aan dat het overzenden met succes is voltooid. |
• | Een knipperend groen lampje geeft aan dat het overzenden actief is (er worden bestanden verzonden). |
Overzendstatus bekijken op de computer van de docent
Docenten kunnen de status van naar afzonderlijke rekenmachines overgezonden bestanden bekijken in de Overzendtool. De status van overgezonden bestanden bekijken:
1. | Klik in het venster Verzendtool op het tabblad Status. |
2. | Klik op de + die voor de bestandsnaam staat om de weergave te openen. |
Wanneer u een rekenmachine selecteert in de tool, is de volgende informatie beschikbaar:
• | Rekenmachinenummer |
• | Naam van het bestand dat wordt verzonden |
• | Een voortgangsbalk voor dat bestand op de geselecteerde rekenmachine |
Voor meer informatie over het gebruik van de Verzendtool, zie de Handleiding TI‑Nspire™ CX Premium Teacher Software en de Handleiding TI‑Nspire™ CX Navigator™ Teacher Software.
Problemen oplossen
Als het overzenden van het bestand mislukt, controleert u de rekenmachine op de volgende foutcondities:
• | Batterij bijna leeg |
• | Verkeerd type rekenmachine |
• | Geheugen vol |
• | Verbroken verbinding |
• | Verkeerde OS-versie of geen OS |