Rekenmachines op het dockingstation aansluiten

1. Breng de connector op de onderkant van de rekenmachine in lijn met de connector op het dockingstation. Kijkend naar de voorkant van het dockingstation (naar het TI-Nspire™ logo), worden de rekenmachines in de sleuf geplaatst met het toetsenbord naar rechts.
2. Druk de rekenmachine in de sleuf. U zult enige weerstand voelen en een zachte 'plop' horen wanneer de rekenmachine op zijn plaats zit.

Wanneer een rekenmachine correct in een sleuf zit gebeurt het volgende:

De LED voor Overzendstatus knippert vijf maal om aan te geven dat de rekenmachine aangesloten is.
De LED voor Batterijstatus licht op om aan te geven dat de rekenmachine goed op zijn plaats zit.

Als het dockingstation is aangesloten op de stroom, worden de rekenmachines automatisch ingeschakeld wanneer ze in de sleuf gezet worden.

De sleuven in het TI-Nspire™ dockingstation zijn breed genoeg om plaats te bieden aan een rekenmachine met schuifdeksel. Wanneer u een rekenmachine zonder schuifdeksel in een sleuf zet, zult u merken dat deze ruimte heeft om te “wiebelen.” Aangezien de sleuf groot genoeg is voor het schuifdeksel, is het mogelijk een rekenmachine verkeerd te plaatsen. Als de rekenmachine niet goed in het dockingstation zit, zal de batterij niet worden opgeladen en zal het overzenden mislukken.

 

Rekenmachine is correct geplaatst.

Rekenmachine is niet correct geplaatst.

Wanneer een dockingstation helemaal vol is met 10 rekenmachines, kan het rond de 5 kilo wegen. Wanneer u een dockingstation verplaatst, dient u altijd twee handen te gebruiken om het dockingstation op te tillen. Als u het dockingstation te schuin houdt, kunnen de rekenmachines eruit vallen.