Dockingstation functies
Zowel het TI-Nspire™ Docking Station als het TI-Nspire™ CX Docking Station zijn zodanig ontworpen dat ze gemakkelijk te gebruiken zijn en te verplaatsen zijn wanneer u ze in een ander klaslokaal nodig heeft. Nadat alle componenten zijn uitgepakt, kan het dockingstation in enkele minuten worden klaargezet voor gebruik.
Het TI-Nspire™ Docking Station heeft 10 sleuven en elke sleuf biedt plaats aan een TI-Nspire™ CX-rekenmachine of een TI-Nspire™ rekenmachine. U kunt ook een TI-Nspire™ rekenmachine met het schuifdeksel op de voorkant van de rekenmachine in het TI-Nspire™ Docking Station zetten.
Het TI-Nspire™ CX Docking Station heeft ook 10 sleuven; maar dit dockingstation werd specifiek voor de TI-Nspire™ CX-rekenmachine ontworpen. Het is niet mogelijk om TI-Nspire™ rekenmachines in het CX dockingstation te zetten.
De LED-indicatoren op de voorkant van het dockingstation geven informatie over de batterijstatus en de transferstatus. Ze geven ook aan of de rekenmachine goed geplaatst is.
Ÿ |
LED indicator overzendstatus |
|
|
LED indicator batterijstatus |
Handvatten aan beide zijden van het dockingstation stellen u in staat om een dockingstation met beide handen op te tillen.
Als u het dockingstation omkeert, ziet u een inkeping of “kanaal” over de onderkant lopen. Om zeker te zijn dat het dockingstation plat op het oppervlak staat, leidt u de kabel door deze uitsparing. U kunt de kabelwikkelaar gebruiken voor overtollige USB-kabel wanneer u niet de volle kabellengte nodig heeft.
|
|
![]() |
Gebruik het kanaal om de kabel te geleiden. |
![]() |
Gebruik de kabelwikkelaar voor overtollige kabel. |