Sensorinstellingen aanpassen
U kunt aanpassen hoe de sensorwaarden worden weergegeven en opgeslagen. U kunt bijvoorbeeld, als u een temperatuursensor gebruikt, de meeteenheid veranderen van Celsius naar Fahrenheit.
De meeteenheden hangen af van de gekozen sensor. Zo zijn de eenheden voor de Vernier Go!Temp® -temperatuursensor Fahrenheit, Celsius en Kelvin. Eenheden voor de Vernier Handdynamometer (een gespecialiseerde krachtsensor) zijn Newton, pond en kilogram.
U kunt de meeteenheden voor af na het verzamelen van gegevens veranderen. De verzamelde gegevens weerspiegelen de nieuwe meeteenheid.
1. | Klik op meterweergave om de verbonden en uitgeschakelde sensoren te tonen. |
2. | Klik op de sensor waarvan u de eenheden wilt veranderen. |
3. | Selecteer in het dialoogvenster meterinstellingen het soort eenheid van het menu Meeteenheden. |
Wanneer de software of rekenmachine een sensor detecteert, wordt de kalibratie voor die sensor automatisch geladen. U kunt sommige sensoren handmatig kalibreren. Andere sensoren, zoals de colorimeter en de opgeloste zuurstofsensor, moeten worden gekalibreerd om bruikbare gegevens te verkrijgen.
Er zijn drie opties voor het kalibreren van een sensor:
• | Handmatige invoer |
• | Twee punten |
• | Enkel punt |
Zie de documentatie van de sensor voor specifieke kalibratiewaarden en procedures.
U kunt de staande waarde van sommige sensoren op nul zetten. U kunt sensoren waarin relatieve metingen zoals kracht, beweging en druk voorkomen niet op nul zetten. Sensoren die zijn ontworpen om specifieke omgevingscondities te meten, zoals temperatuur, pH-waarde en CO2 kunnen ook niet op nul worden gezet.
1. | Klik op meterweergave om de verbonden en uitgeschakelde sensoren te tonen. |
2. | Klik op de sensor die u op nul wilt zetten. |
3. | Klik in het dialoogvenster meterinstellingen op Nul. |
Standaard levert trekken met een krachtsensor een positieve kracht op en duwen een negatieve kracht. Door de sensor om te draaien kunt u "duwen" weergeven als een positieve kracht.
1. | Klik op meterweergave om de verbonden en uitgeschakelde sensoren te tonen. |
2. | Klik op de sensor die u wilt omkeren. |
3. | Klik in het dialoogvenster meterinstellingen op Aflezing omkeren. |
De sensorweergave wordt nu omgedraaid. In Meterweergave wordt de omdraai-indicator weergegeven achter de sensornaam.