W

Wait 

Wait tijdInSeconden

Stelt uitvoering uit voor de duur van tijdInSeconden seconden.

​Wait is vooral handig in een programma dat een korte vertraging nodig heeft om aangevraagde gegevens beschikbaar te maken.

Het argument tijdInSeconden moet een uitdrukking zijn die vereenvoudigt tot een decimale waarde tussen 0 tot 100. De opdracht rondt deze waarde naar boven af op de dichtstbijzijnde 0,1 seconde.

Voor het annuleren van een Wait-opdracht die in uitvoering is,

Rekenmachine: Houd de toets c ingedrukt en druk enkele malen op ·.
Windows®: Houd F12 ingedrukt en druk enkele malen op Enter.
Macintosh®: Houd F5 ingedrukt en druk enkele malen op Enter.
iPad®: De app toont een instructie. U kunt blijven wachten of annuleren.

Opmerking: U kunt de opdracht Wait binnen een door de gebruiker gedefinieerd programma gebruiken, maar niet binnen een functie.

Om 4 seconden te wachten:

Wait 4

 

Om 1/2 seconde te wachten:

Wait 0.5

 

Om 1,3 seconden te wachten met gebruikvan de variabele seccount:

seccount:=1.3
Wait seccount

 

Dit voorbeeld schakelt gedurende 0,5 seconden een groen led-lampje in en schakelt het vervolgens uit.

Send “SET GREEN 1 ON”
Wait 0.5
Send “SET GREEN 1 OFF” 

warnCodes ()

warnCodes(Uitdr1, StatusVar)Þuitdrukking

Werkt uitdrukking Uitdr1 uit, geeft het resultaat en slaat de codes van eventuele gegenereerde waarschuwingen op in de lijstvariabele StatusVar. Als er geen waarschuwingen gegenereerd zijn, dan wijst deze functie aan StatusVar een lege lijst toe.

Uitdr1 kan elke geldige wiskundige uitdrukking in TI‑Nspire™ of TI‑Nspire™ CAS zijn. U kunt geen commando of taak als Uitdr1 gebruiken.

StatusVar moet een geldige variabelenaam zijn.

Zie hier voor een lijst met waarschuwingscodes en bijbehorende berichten.

when()

when(Conditie, waarResultaat [, onwaarResultaat][, onbekendResultaat]) Þuitdrukking

Geeft waarResultaat, onwaarResultaat of onbekendResultaat, afhankelijk van of Conditie waar, onwaar of onbekend is. Geeft de invoer terug als er te weinig argumenten zijn om het betreffende resultaat te specificeren.

 

Laat zowel onwaarResultaat als onbekendResultaat weg om voor een uitdrukking te zorgen die alleen gedefinieerd is in het gebied waarin Conditie waar is.

Gebruik een undef onwaarResultaat om een uitdrukking te definiëren waarvan alleen op een interval de grafiek getekend wordt.

 

when() is nuttig voor het definiëren van recursieve functies.

While

While Conditie
     Blok
EndWhile

Voert de beweringen in Blok uit zolang Conditie waar is.

Blok kan een enkele bewering of een reeks beweringen zijn die gescheiden worden door het teken “:”.

Opmerking bij het invoeren van het voorbeeld: Instructies over het invoeren van programma's met meerdere regels en functiedefinities vindt u in het hoofdstuk Rekenmachine van de handleiding van uw product.