1.

Tik in een Lijsten & Spreadsheet-pagina op de cel die u wilt koppelen aan een variabele. Dit moet een lege cel zijn en de cel kan niet in een lijst staan die reeds gedefinieerd is als een variabele.

2.

Tik nogmaals op de cel om het contextmenu te openen.

3.

Tik op Koppelen.

4.

Tik op de naam van de variabele om deze in te voegen in de cel.

De waarde van de variabele wordt weergegeven in de cel.

 

Om waardes in een lijstvariabele te bekijken of te bewerken, koppelt u een kolom aan de lijstvariabele. De lijst kan elke willekeurige gedeelde lijst in de huidige opgave zijn en kan gedefinieerd worden in Grafieken, Meetkunde, Rekenmachine of een exemplaar van Lijsten &  Spreadsheet.

Nadat u een kolom aan een lijst hebt gekoppeld, worden veranderingen die u in de lijst aanbrengt in andere toepassingen, automatisch bijgewerkt in Lijsten & Spreadsheet.

1.

Tik op de kolomformulecel (de tweede cel van boven) die u wilt koppelen aan de variabele.

2.

Typ de naam van de lijstvariabele waaraan u wilt koppelen en tik vervolgens op terug.

— OF —

Om de lijst met beschikbare variabelen te bekijken.

▶

Tik op het TI-Nspire™-toetsenbord en tik vervolgens op de naam van een variabele.

De kolom toont de lijstelementen