You are here:TI-84 Plus T eGuide > Graphing Calculator > Reference Guide for the TI-84 Plus T Graphing Calculator > Rekenkundige bewerkingen, relationele testen en symbolen

Rekenkundige bewerkingen, relationele testen en symbolen

! (faculteit)
Faculteit: waarde! Geeft de faculteit van waarde.	» PRB 4:!

! (faculteit)

Faculteit: waarde!

Geeft de faculteit van waarde.

»
PRB
4:!

! (faculteit)
Faculteit: lijst! Geeft de faculteit van lijstelementen.	» PRB 4:!

! (faculteit)

Faculteit: lijst!

Geeft de faculteit van lijstelementen.

»
PRB
4:!

¡ (gradennotatie)
gradennotatie: waarde¡ Interpreteert de waarde als graden; geeft graden in DMS-opmaak weer.	y ; ANGLE 1: ¡

¡ (gradennotatie)

gradennotatie: waarde¡

Interpreteert de waarde als graden; geeft graden in DMS-opmaak weer.

y ;
ANGLE
1: ¡

r (radialen)
Radialen: hoekr Interpreteert de hoek als radialen.	y ; ANGLE 3:r

r (radialen)

Radialen: hoekr

Interpreteert de hoek als radialen.

y ;
ANGLE
3:r

T (transponeren)
Getransponeerde: matrixT Geeft een matrix waarin ieder element (rij, kolom) wordt verwisseld met het overeenkomende element (kolom, rij) van de matrix.	y > MATH 2: T

T (transponeren)

Getransponeerde: matrixT

Geeft een matrix waarin ieder element (rij, kolom) wordt verwisseld met het overeenkomende element (kolom, rij) van de matrix.

y >
MATH
2: T

x‡
xemachts wortelx‡waarde Geeft de xemachts wortel van waarde.	» MATH 5: x ‡

x‡

xemachts wortelx‡waarde

Geeft de xemachts wortel van waarde.

»
MATH
5: x ‡

x‡(
xemachts wortelx‡lijst Geeft de xemachts wortel van de elementen in lijst.	» MATH 5: x ‡

x‡(

xemachts wortelx‡lijst

Geeft de xemachts wortel van de elementen in lijst.

»
MATH
5: x ‡

x‡(
lijstx‡waarde Geeft de wortels met exponenten uit lijst van waarde.	» MATH 5: x ‡

x‡(

lijstx‡waarde

Geeft de wortels met exponenten uit lijst van waarde.

»
MATH
5: x ‡

x‡(
lijstAx‡lijstB Geeft de wortels met de exponenten uit lijstA van de waarden uit lijstB.	» MATH 5: x ‡

x‡(

lijstAx‡lijstB

Geeft de wortels met de exponenten uit lijstA van de waarden uit lijstB.

»
MATH
5: x ‡

3 (derde macht)
Derde macht: waarde3 Geeft de derde macht van een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of vierkante matrix.	» MATH 3: 3

3 (derde macht)

Derde macht: waarde3

Geeft de derde macht van een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of vierkante matrix.

»
MATH
3: 3

3‡( (derdemachtswortel)
Derdemachtswortel: 3‡(waarde) Geeft de derdemachtswortel van een reëel of complex getal, uitdrukking of lijst.	» MATH 4: 3(

3‡( (derdemachtswortel)

Derdemachtswortel: 3‡(waarde)

Geeft de derdemachtswortel van een reëel of complex getal, uitdrukking of lijst.

»
MATH
4: 3(

= (is gelijk aan)
Is gelijk aan: waardeA=waardeB Geeft 1 als waardeA = waardeB. Geeft 0 als waardeA waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen, lijsten of matrices zijn.	y: TEST 1:=

= (is gelijk aan)

Is gelijk aan:
waardeA=waardeB

Geeft 1 als waardeA = waardeB. Geeft 0 als waardeA waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen, lijsten of matrices zijn.

y:
TEST
1:=

≠ (niet gelijk aan)
Niet gelijk aan: waardeA≠waardeB Geeft 1 als waardeA ≠ waardeB. Geeft 0 als waardeA = waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen, lijsten of matrices zijn.	y : TEST 2: ≠

≠ (niet gelijk aan)

Niet gelijk aan:
waardeA≠waardeB

Geeft 1 als waardeA ≠ waardeB. Geeft 0 als waardeA = waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen, lijsten of matrices zijn.

y :
TEST
2: ≠

< (kleiner dan)
Kleiner dan: waardeA<waardeB Geeft 1 als waardeA < waardeB. Geeft 0 als waardeA ‚ waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.	y : TEST 5:<

< (kleiner dan)

Kleiner dan:
waardeA<waardeB

Geeft 1 als waardeA < waardeB. Geeft 0 als waardeA ‚ waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.

y :
TEST
5:<

> (groter dan)
Groter dan: waardeA>waardeB Geeft 1 als waardeA > waardeB. Geeft 0 als waardeA { waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.	y : TEST 3:>

> (groter dan)

Groter dan:
waardeA>waardeB

Geeft 1 als waardeA > waardeB. Geeft 0 als waardeA { waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.

y :
TEST
3:>

{ (kleiner dan of gelijk aan)
Kleiner dan of gelijk aan: waardeA{waardeB Geeft 1 als waardeA { waardeB. Geeft 0 als waardeA > waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.	y : TEST 6: {

{ (kleiner dan of gelijk aan)

Kleiner dan of gelijk aan:
waardeA{waardeB

Geeft 1 als waardeA { waardeB. Geeft 0 als waardeA > waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.

y :
TEST
6: {

≥ (groter dan of gelijk aan)
Groter dan of gelijk aan: waardeA≥waardeB Geeft 1 als waardeA ≥ waardeB. Geeft 0 als waardeA < waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.	y : TEST 4: ≥

≥ (groter dan of gelijk aan)

Groter dan of gelijk aan:
waardeA≥waardeB

Geeft 1 als waardeA ≥ waardeB. Geeft 0 als waardeA < waardeB. waardeA en waardeB kunnen reële of complexe getallen, uitdrukkingen of lijsten zijn.

y :
TEST
4: ≥

L1 (omgekeerde)
Omgekeerde: waardeL1 Geeft 1 gedeeld door een reëel of complex getal of uitdrukking.	œ

L1 (omgekeerde)

Omgekeerde: waardeL1

Geeft 1 gedeeld door een reëel of complex getal of uitdrukking.

L1 (omgekeerde)
Omgekeerde: lijstL1 Geeft 1 gedeeld door de elementen in lijst.	œ

L1 (omgekeerde)

Omgekeerde: lijstL1

Geeft 1 gedeeld door de elementen in lijst.

L1 (omgekeerde)
Omgekeerde: matrixL1 Geeft matrix geïnverteerd.	œ

L1 (omgekeerde)

Omgekeerde: matrixL1

Geeft matrix geïnverteerd.

2 (kwadraat)
Kwadraat: waarde2 Geeft waarde vermenigvuldigd met zichzelf. Waarde kan een reëel of complex getal of uitdrukking zijn.	¡

2 (kwadraat)

Kwadraat: waarde2

Geeft waarde vermenigvuldigd met zichzelf. Waarde kan een reëel of complex getal of uitdrukking zijn.

2 (kwadraat)
Kwadraat: lijst2 Geeft de elementen van lijst in het kwadraat.	¡

2 (kwadraat)

Kwadraat: lijst2

Geeft de elementen van lijst in het kwadraat.

2 (kwadraat)
Kwadraat: matrix2 Geeft matrix vermenigvuldigd met zichzelf.	¡

2 (kwadraat)

Kwadraat: matrix2

Geeft matrix vermenigvuldigd met zichzelf.

^ (macht)
Macht: waarde^macht Geeft waarde tot de macht. Waarde kan een reëel of complex getal of uitdrukking zijn.	›

^ (macht)

Macht: waarde^macht

Geeft waarde tot de macht. Waarde kan een reëel of complex getal of uitdrukking zijn.

›

^ (macht)
Macht: lijst^macht Geeft de elementen van lijst tot de macht.	›

^ (macht)

Macht: lijst^macht

Geeft de elementen van lijst tot de macht.

›

^ (macht)
Macht: waarde^lijst Geeft waarde tot de macht bepaald door elementen uit lijst.	›

^ (macht)

Macht: waarde^lijst

Geeft waarde tot de macht bepaald door elementen uit lijst.

›

^ (macht)
Macht: matrix^macht Geeft de elementen van matrixtot de macht.	›

^ (macht)

Macht: matrix^macht

Geeft de elementen van matrixtot de macht.

›

L (negatie)
Negatie: Lwaarde Geeft het tegengestelde van een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix.	Ì

L (negatie)

Negatie: Lwaarde

Geeft het tegengestelde van een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix.

10^( (macht van tien)
Macht van tien: 10^(waarde) Geeft 10 tot de macht waarde. Waarde kan een reëel of complex getal of uitdrukking zijn.	y G

10^( (macht van tien)

Macht van tien: 10^(waarde)

Geeft 10 tot de macht waarde. Waarde kan een reëel of complex getal of uitdrukking zijn.

y G

10^( (macht van tien)
Macht van tien: 10^(lijst) Geeft een lijst van 10 verheven tot de macht bepaald door de elementen in lijst	y G

10^( (macht van tien)

Macht van tien: 10^(lijst)

Geeft een lijst van 10 verheven tot de macht bepaald door de elementen in lijst

y G

‡( (vierkantswortel)
Vierkantswortel: ‡(waarde) Geeft de vierkantswortel van een reëel of complex getal, uitdrukking of lijst.	y C

‡( (vierkantswortel)

Vierkantswortel: ‡(waarde)

Geeft de vierkantswortel van een reëel of complex getal, uitdrukking of lijst.

y C

ä (vermenigvuldigen)
Vermenigvuldiging: waardeAäwaardeB Geeft waardeA maal waardeB.	¯

ä (vermenigvuldigen)

Vermenigvuldiging:
waardeAäwaardeB

Geeft waardeA maal waardeB.

ä (vermenigvuldigen)
Vermenigvuldiging: waardeälijst Geeft waarde maal ieder element uit lijst.	¯

ä (vermenigvuldigen)

Vermenigvuldiging:
waardeälijst

Geeft waarde maal ieder element uit lijst.

ä (vermenigvuldigen)
Vermenigvuldiging: lijstäwaarde Geeft ieder element uit lijst maal waarde.	¯

ä (vermenigvuldigen)

Vermenigvuldiging:
lijstäwaarde

Geeft ieder element uit lijst maal waarde.

ä (vermenigvuldigen)
Vermenigvuldiging: lijstAälijstB Geeft de elementen uit lijstA maal de elementen uit lijstB.	¯

ä (vermenigvuldigen)

Vermenigvuldiging:
lijstAälijstB

Geeft de elementen uit lijstA maal de elementen uit lijstB.

ä (vermenigvuldigen)
Vermenigvuldiging: waardeämatrix Geeft waarde maal de elementen uit matrix.	¯

ä (vermenigvuldigen)

Vermenigvuldiging:
waardeämatrix

Geeft waarde maal de elementen uit matrix.

ä (vermenigvuldigen)
Vermenigvuldiging: matrixAämatrixB Geeft matrixA maal matrixB.	¯

ä (vermenigvuldigen)

Vermenigvuldiging:
matrixAämatrixB

Geeft matrixA maal matrixB.

à (delen)
Deling: waardeAàwaardeB Geeft waardeA gedeeld door waardeB	¥

à (delen)

Deling: waardeAàwaardeB

Geeft waardeA gedeeld door waardeB

à (delen)
Deling: lijstàwaarde Geeft de elementen van lijst gedeeld door waarde.	¥

à (delen)

Deling: lijstàwaarde

Geeft de elementen van lijst gedeeld door waarde.

à (delen)
Deling: waardeàlijst Geeft waarde gedeeld door elementen van lijst.	¥

à (delen)

Deling: waardeàlijst

Geeft waarde gedeeld door elementen van lijst.

à (delen)
Deling: lijstAàlijstB Geeft de elementen van lijstA gedeeld door de elementen van lijstB.	¥

à (delen)

Deling: lijstAàlijstB

Geeft de elementen van lijstA gedeeld door de elementen van lijstB.

+ (optellen)
Optelling: waardeA+waardeB Geeft waardeA plus waardeB.	Ã

+ (optellen)

Optelling: waardeA+waardeB

Geeft waardeA plus waardeB.

+ (optellen)
Optellen: lijst+waarde Geeft de lijst waarbij waarde is opgeteld bij elk element uit lijst.	Ã

+ (optellen)

Optellen: lijst+waarde

Geeft de lijst waarbij waarde is opgeteld bij elk element uit lijst.

+ (optellen)
Optelling: lijstA+lijstB Geeft de elementen van lijstA plus de elementen van lijstB.	Ã

+ (optellen)

Optelling: lijstA+lijstB

Geeft de elementen van lijstA plus de elementen van lijstB.

+ (optellen)
Optelling: matrixA+matrixB Geeft de elementen van matrixA plus de elementen van matrixB.	Ã

+ (optellen)

Optelling:
matrixA+matrixB

Geeft de elementen van matrixA plus de elementen van matrixB.

+ (samenvoeging)
samenvoeging: string1+string2 Samenvoeging van twee of meer strings.	Ã

+ (samenvoeging)

samenvoeging:
string1+string2

Samenvoeging van twee of meer strings.

N (aftrekken)
Aftrekking: waardeANwaardeB Trekt waardeB van waardeA af.	¹

N (aftrekken)

Aftrekking:
waardeANwaardeB

Trekt waardeB van waardeA af.

N (aftrekken)
Aftrekking: waardeNlijst Trekt elementen van lijst af van waarde	¹

N (aftrekken)

Aftrekking:
waardeNlijst

Trekt elementen van lijst af van waarde

N (aftrekken)
Aftrekking: lijstNwaarde Trekt waarde af van de elementen van lijst.	¹

N (aftrekken)

Aftrekking:
lijstNwaarde

Trekt waarde af van de elementen van lijst.

N (aftrekken)
Aftrekking: lijstANlijstB Trekt de elementen van lijstB af van de elementen van lijstA.	¹

N (aftrekken)

Aftrekking:
lijstANlijstB

Trekt de elementen van lijstB af van de elementen van lijstA.

N (aftrekken)

Aftrekking:
matrixANmatrixB

Trekt de elementen van matrixBaf van de elementen van matrixA.

' (minutennotatie)

Minutennotatie:graden¡minuten'
seconden"

Interpreteert minuten in hoekmetingen als minuten.

y ;
ANGLE
2:'

" (secondennotatie)

Secondennotatie:
graden¡minuten'seconden"

Interpreteert seconden in hoekmetingen als seconden.

t [ã]