You are here:TI-84 Plus T eGuide > Graphing Calculator > Reference Guide for the TI-84 Plus T Graphing Calculator > De stringfuncties en instructies in de CATALOGUS tonen

Stringfuncties en instructies in de CATALOGUS

De stringfuncties en instructies in de CATALOGUS tonen

U kunt de stringfuncties en instructies alleen oproepen vanuit de CATALOGUS. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de stringfuncties en instructies in de volgorde waarin deze tussen de andere opties in het menu CATALOG verschijnen. De weglatingstekens in deze tabel geven de aanwezigheid van extra opties in de CATALOGUS aan.

CATALOGUS

 

...

 

Equ4String(

Zet een vergelijking om in een string.

...

 

uitdr(

Zet een tekenreeks om in een uitdrukking.

...

 

inString(

Geeft de positie van een teken in de string als resultaat.

...

 

lengte(

Geeft de lengte van een string (aantal tekens).

...

 

String4Equ(

(Zet een string om in een vergelijking.

sub(

Geeft een deelverzameling van een string in de vorm van een nieuwe string.

...

 

Samenvoegen

Als u twee of meer strings wilt samenvoegen, gaat u als volgt te werk.

1. Voer string1 in, dit mag een string of stringnaam zijn.
2. Druk op Ã.
3. Voer string2 in, dit mag een string of stringnaam zijn. Druk, indien nodig, op à en voer string3 in enz.

string1+string2+string3...

4. Druk op Í om de strings als één enkele string weer te geven.

Een stringfunctie in de CATALOGUS kiezen

Om een stringfunctie of instructie te selecteren en deze naar het huidige scherm te kopiëren en te plakken, dient u de stappen te volgen voor het selecteren van een optie uit de CATALOGUS.

Equ4String(

Equ4String( zet een vergelijking om in een string. De vergelijking moet worden opgeslagen in een VARS Y-VARS-variabele. Yn bevat de vergelijking. Strn (van Str1 tot en met Str9 of Str0) is de stringvariabele waarin u wilt dat de vergelijking wordt opgeslagen.

Equ4String(Yn,Strn)

uitdr(

Met de functie uitdr( kunt u een tekenstring opgeslagen in string omzetten in een uitdrukking en deze laten uitvoeren. string kan een string of een stringvariabele.

uitdr(string)

inString(

De functie inString( geeft als resultaat de positie in string van het eerste teken van substring. string kan een string of een stringvariabele. start is een optionele teken-positie waar het zoeken moet beginnen; de standaardwaarde is 1.

inString(string,substring[,start])

Opmerking: Als string geen substring bevat of wanneer start groter is dan de lengte van de string, is het resultaat van inString( 0.

lengte(

De functie lengte( geeft het aantal tekens in string als resultaat. string kan een string of een stringvariabele zijn.

Opmerking: De naam van een instructie of functie, zoals sin( of cos(, geldt als één teken.

length(string)

String4Equ(

De functie String4Equ( zet string om in een vergelijking en slaat deze op in de variabele Yn. string kan een string of een stringvariabele zijn. String4Equ( is de inverse van Equ4String(.

String4Equ(string,Yn)

sub(

De functie sub( geeft als resultaat een string die een subset is van een bestaande string. string kan een string of een stringvariabele. begin is het positienummer van het eerste teken van de subset. length is het aantal tekens in de subset.

sub(string,begin,lengte)

Een functie invoeren om een grafiek te plotten tijdens het uitvoeren van een programma

In een programma kunt u een functie invoeren waarvan een grafiek getekend moet worden tijdens het uitvoeren van het programma met de volgende opdrachten:

Opmerking: Wanneer u dit programma uitvoert, moet u na de prompt ENTRY= een functie invoeren die zal worden opgeslagen in Y3.