In dit hoofdstuk worden de functies van specifieke toetsen op het toetsenbord van de grafische rekenmachine beschreven.
|
|
De toetsen voor het instellen van grafieken/plots geven toegang tot interactieve grafiekmogelijkheden. |
|
|
|
Met bewerkingstoetsen kunt u uitdrukkingen en waarden bewerken. |
|
|
|
Wiskunde- en statistiektoetsen geven menu's weer waarmee u wiskundige, statistische en andere basisfuncties kunt openen. |
|
|
|
Wetenschappelijke toetsen geven toegang tot de mogelijkheden van een standaard wetenschappelijke rekenmachine, waaronder goniometrische functies. |
|
|
|
Met de numerieke toetsen kunt u getallen invoeren. |
|
|
|
Met veelgebruikte wiskundefuncties kunt u delen, vermenigvuldigen, optellen en aftrekken. |
|
|
y |
Geeft toegang tot de tweede functie die links boven elke toets gedrukt is. |
|
|
|
ƒ |
Geeft toegang tot de derde functie die rechts boven elke toets gedrukt is. |
|
|
|
ƒ ^ - a |
Geeft toegang tot snelmenu's voor breuktemplates, n/d, snelle matrixinvoer, het selecteren van WISK-menu's en functies van het menu VARS. |
|
Eerste functie |
De functie staat op de toets. |
|
Tweede functie |
Deze functie staat boven de toets in dezelfde kleur als de y toets. Wanneer u op de y toets drukt, wordt de naam van de toets die boven de andere toets staat actief bij de volgende toetsaanslag. De knipperende cursor verandert in Þ wanneer u op y drukt. Þ kan ook verschijnen in de statusbalk. |
|
Derde functie |
Deze functie staat boven de toets in dezelfde kleur als de ƒ toets. Met de derde functie kunt u alfabetische tekens en speciale symbolen invoeren en toegang krijgen tot \ en snelmenu's. Om meerdere alfabetische tekens na elkaar in te voeren, drukt u op y 7om de alfabet-toets te vergrendelen in de AAN-positie, zodat u niet steeds op ƒ hoeft te drukken. Druk nogmaals op ƒ om de toets te ontgrendelen. De knipperende cursor verandert in Ø wanneer u op ƒ drukt. Ø kan ook verschijnen in de rechter bovenhoek van het scherm. |