U bent hier: TI-30X Pro MathPrint™ Wetenschappelijke rekenmachine > Korte kennismaking > Volgorde van bewerkingen

Volgorde van bewerkingen

De TI-30X Pro MathPrint™ rekenmachine maakt gebruik van het Equation Operating System (EOS™) om uitdrukkingen uit te werken. Binnen een prioriteitsniveau werkt EOS™ functies uit van links naar rechts en in de volgende volgorde.

1ste

Uitdrukkingen binnen haakjes.

2de

Functies die een ) nodig hebben en aan het argument vooral gaan, zoals sin, log, en alle onderdelen van het R³´P menu.

3de

Functies die na het argument worden ingevoerd, zoals x2 en aanpassingen voor hoekeenheden.

4de

Machten (^) en wortels (x ).

Opmerking: In de Classic-modus worden exponenten met de G-toets uitgewerkt van links naar rechts. De uitdrukking 2^3^2 wordt uitgewerkt als (2^3)^2, met als uitkomst 64.

In de MathPrint™-modus worden exponenten met de G-toets uitgewerkt van rechts naar links. De uitdrukking 2^3^2 wordt uitgewerkt als 2^(3^2), met als uitkomst 512.

De rekenmachine werkt uitdrukkingen die ingevoerd zijn met F en a van links naar rechts uit in zowel de Classic- als de MathPrint™-modus. Indrukken van 3 F F wordt berekend als (32)2 = 81.

5de

Negatie (tegengestelde) (M).

6de

Breuken.

7de

Permutaties (nPr) en combinaties (nCr).

8ste

Vermenigvuldiging, impliciete vermenigvuldiging, delen en hoekindicator ±.

9de

Optellen en aftrekken.

10de

Logische operatoren and, nand.

11de

Logische operatoren or, xor, xnor.

12de

Conversies zoals 4n/d³´Un/d, F³´D, 4DMS.

13de

L

14de

< werkt de ingevoerde uitdrukking uit.

Opmerking: Operatoren voor het ‘einde van de uitdrukking’ en grondtal n-conversies zoals 4Bin, hoekconversie 4DMS, 4Pfactor en conversies van complexe getallen 4Polar en 4Rectangle zijn alleen geldig in het hoofdscherm. Ze worden genegeerd in wizards, functietabel-weergave en functies van gegevenseditors waarbij het resultaat van de uitdrukking, indien geldig, wordt weergegeven zonder conversie. Editors zoals in de oplossers voor matrix, vector en stelsels zullen deze operatoren aan het einde van een uitdrukking in de bewerkingsregel ook negeren.

Opmerking: Gebruik haakjes om duidelijk aan te geven in welke volgorde u verwacht dat de door u ingevoerde uitdrukking zal worden uitgevoerd. Indien nodig kunnen haakjes worden gebruikt om de volgorde van bewerkingen die in de algoritmes van de rekenmachine zouden worden gevolgd, te overrulen. Als het resultaat anders is dan u verwachtte, controleer dan hoe de uitdrukking was ingevoerd en voeg zo nodig haakjes toe.

Voorbeelden

+ Q P M

60 T 5 V M 12 <

(M)

1 T M 8 T 12 <

en +

% b 9 T 16 <

( )

4 V ( 2 T 3 ) <

( ) en +

4 ( 2 T 3 ) <

^ en

% b 3 G 2 " T 4 G 2 <

( ) en M

( M 3 ) F <

M 3 F <