Het overzenden starten

Nadat u alle bestanden en mappen aan de verzendlijst heeft toegevoegd en zo nodig overige opties heeft geselecteerd, kunt u het overzenden starten. U kunt besturingssysteembestanden en documenten tegelijk verzenden.

Het overzenden starten:

1. Sluit één of meer TI-Nspire™-rekenmachines aan.

Als er geen rekenmachines zijn aangesloten, dan geeft het tabblad Status het bericht “Geen actieve aangesloten rekenmachines” weer, wanneer u het overzenden start.

2. Voer één van de volgende acties uit vanuit het Bronnen-paneel:
Om bestanden naar één of meer TI-Nspire™-rekenmachines over te zenden selecteert u de afzonderlijke rekenmachines.
Om bestanden naar alle aangesloten TI-Nspire™-rekenmachines over te zenden selecteert u Aangesloten rekenmachines (hoogste niveau).
3. Klik in het dialoogvenster Verzendtool op Overzenden starten.

Het dialoogvenster Verzendtool schakelt over naar het tabblad Status en geeft informatie over het overzenden weer.

De voortgangsbalk verdwijnt als het overzenden voltooid is.
Tijdens het overzenden geeft de Overzendtool aan welke rekenmachines zijn aangesloten en succesvol bestanden hebben ontvangen.
Als een rekenmachine wordt losgekoppeld en vervolgens weer wordt aangesloten, geeft de Overzendtool de status van afgeronde overzendingen aan, en wordt indien nodig het overzenden van andere bestanden hervat.