Werken met statistiek
U kunt de statistiek-commando's vinden in het menu …. U kunt lijsten met gegevens creëren en die gegevens vervolgens in een grafiek weergeven of analyseren met behulp van de statistiek-commando's.
U kunt de volgende statistiekfuncties gebruiken:
|
Beschrijving |
Toetsen |
|---|---|
|
Best passende vergelijkingen (regressies) |
… ~ } † |
|
Maximaal drie statistische plots definiëren en opslaan |
y , |
|
Kansverdelingen |
y = |
|
Op lijsten gebaseerde statistische analyse |
y 9 ~ ~ |
|
Logistische en sinusregressieanalyse |
… ~ } † |
|
Analyse met één en twee variabelen |
… ~ À en … ~ Á |
|
Statistische toetsen |
… ~ ~ |
Inferentiële (mathematische) statistiek
U kunt 16 hypothesetoetsen en betrouwbaarheidsintervallen en 15 verdelingsfuncties uitvoeren. U kunt uitkomsten van hypothesetoetsen grafisch of numeriek weergeven.
Lijsten met gegevens invoeren:
| 1. | Druk op …. |
| 2. | Selecteer 1: Edit in het submenu EDIT (BEWERKEN) en druk op [enter]. |
| 3. | Voer uw gegevens in lijstkolommen in. |
Opmerking: als u in de lijst-editor bent, gebruikt u de pijltjestoetsen om de gegevens in te voeren in de lijsten. L1 – L6 zijn ingebouwde lijstnamen. Aangepaste lijstnamen kunnen gecreëerd worden door naar een lege lijstnaam te scrollen en op [enter] te drukken.
Deze gegevens weergeven in een grafiek:
| 4. | Druk op y ,. |
| 5. | Druk op 1: Plot1 (om een scatterplot voor L1 en L2 in te stellen) en druk op [enter]. |
| 6. | Druk op | om On te markeren. |
| 7. | Druk op q om automatisch een grafiekvenster in te stellen voor uw gegevens. |
| 8. | Druk op 9: ZoomStat om de grafiek te zien. |
| 9. | Druk op r en op de pijltjestoetsen om de grafiek te volgen. |
U kunt uw statistische gegevens op de volgende manieren in een grafiek weergeven:
| • | Scatterplot (puntenwolk) |
| • | xyLijn |
| • | Histogram |
| • | Gewone of aangepaste boxplot |
| • | Normaal waarschijnlijkheidsplot |
De twee-variabelestatistieken voor L1 en L2 vinden:
| 1. | Druk op …. |
| 2. | Druk op ~ om CALC te selecteren. |
| 3. | Druk op † tot 2:2-Var Stats gemarkeerd is en druk op [enter]. |
| 4. | Druk op † tot Calculate (Berekenen) gemarkeerd is en druk op [enter]. |
| ▶ | Op het scherm worden de variabelestatistieken weergegeven. |
Opmerking: de meestgebruikte kans- en statistiek-commando's hebben een wizard voor het invoeren van de syntax (waarden). Ook is de ingebouwde Catalogus Help beschikbaar door bij de meeste menuopties op de à toets te drukken. Hierdoor wordt een editor geopend die u helpt bij het invoeren van de syntax (waarden) die nodig zijn in een berekening.